Afbeelding
Zonnebril

Zonnebril

De voorstad bloeit

Toen ik in het zesde leerjaar de correcte oplossing van een vraagstuk rateerde, doordat ik een 6 met een 8 had verwisseld, sloegen mijn veeleisende ouders alarm. Hun zoon had een brilletje nodig. Grieks en Latijn in het vooruitzicht. Zijn ogen waren belangrijk. Van dat moment af, werd mijn sproetige aangezicht getooid met een metalen brilletje. “Een nerd”, zouden ze nu roepen. De ongemakken waren legio: voetballen, zwemmen, regen tijdens de fietstocht. Het ding zat in de weg. Doorlopen we snel de oninteressante decennia: nieuwe monturen, dikker glas. Tot ik 6 jaar geleden enkele netvliesloslatingen met operaties meemaakte. Gevolgen waren een linkeroog dat nog nauwelijks iets zag en een rechteroog dat zijn heldenrol besefte en plots bijna perfect alles waarnam. Nu rijd ik eenogig naar Oostende en terug zonder bril.

Toch heb ik een arsenaal van brillen, -schrik niet- glasloze brillen, die ik vaak opzet. Waarom? Het kader van het brilmontuur coördineert de waarneming van beide ogen en ik lijk een beetje anders met bril. Knapper, intelligenter … of wat de menselijke ijdelheid al mag inhouden. Enigszins zoals de zonnebrildragers die met hun Ray-Ban, Gucci, Ralph Lauren uitpakken en tegelijk hun aangezicht een aantrekkelijk, geprofileerd patroon bieden. Mijn vrouw en ik hebben het wel eens over “smoeltjes als platte kaas”, eentonig, zonder variatie, symmetrie of reliëf, een beetje zoals een driejarige een aangezicht tekent. Wel, zo’n zonnebril verhelpt dat. Nog chiquer is, dat u die merkzonnebril achteruitduwt tot over uw haarlijn. Trendy, desnoods oversized. U draagt dan een kroontje. Ik doe dat ook wel eens, al zijn mijn brillen meestal afkomstig van Kruidvat.

Ray Charles en Roy Orbinson hadden medische redenen om een zonnebril op te zetten. Artiesten die zichzelf hoog inschatten, permitteren zich ook interviews met zonnebril. Creëert allure, mysterie, kunstzinnigheid en een klasse die zich ver verheft boven de modale sterveling. Een zonnebril maakt de drager min of meer onherkenbaar, roept arrogantie op en lef. De ogen zijn nu eenmaal de belangrijkste herkenningspunten van het aangezicht. Misschien heeft hij wel tranerige, uitgelebberde ogen die zijn aftandse levenswijze, aftakeling en ouderdom prijsgeven. Daarom. “De zonnebril boost het zelfvertrouwen”, lazen we in een reclamefolder. Goed om schuchterheid en onzekerheid te overwinnen. En ten slotte: van achter een zonnebril kunt u lekker spieden, vooral als uw bril spiegelglas bezit. De omstanders weten niet dat u naar hen kijkt en ongezien kunt u zelfs een dutje doen. Lekker geïsoleerd.

Laten we de waarde van de zonnebril niet onderschatten. U kunt hem afstemmen op uw outfit en daardoor aan het totaalplaatje -wat dat ook mag zijn- van uw verschijning een meerwaarde toekennen. Dan staan we natuurlijk mijlenver van het doel waarvoor hij dient: uw ogen beschermen tegen het schadelijke uv-licht, een voorrecht dat o.m. de holbewoners niet kenden. Het duurde tot 1929, wanneer de Amerikaan Sam Foster zijn zonnebrillen verkocht op het strand van New Jersey. Sindsdien zijn ze niet meer weg te denken. Zo zullen we elkaar deze zomer ontmoeten: met zonnebril en mondmasker. U kijkt misschien wel door uw roze bril en glimlacht. Ik zal knipogen, maar dat ziet u niet.

Marc van Riel

“Zelfs de mooiste bril kan uw hart niet lezen” (Julia Bregts)