Afbeelding
Zondvloed cover

Zondvloed

De voorstad bloeit

God laat de aarde overstromen om de zondige mensheid uit te roeien. Vloed na de zonde. U kent uit het oudtestamentische boek Genesis het verhaal over Noach, die met zijn familie gespaard wordt. Op advies van God bouwt hij een groot schip, voordat de regens losbarsten. De ark biedt tijdens de zondvloed niet alleen bescherming aan Noach en zijn gezin, maar ook aan representatieve dieren die de ramp zullen overleven. Verschillende culturen en religies kennen verhalen over een grote zondvloed. In de meeste versies blijven slechts enkele mensen gespaard. Deze gelukkigen krijgen na de vloed de grote taak de wereld opnieuw te bevolken.

Noachs verhaal vertoont opvallende parallellen met de Mesopotamische zondvloedmythe die beschreven wordt in het epos van Gilgamesj. Ook hier overleeft een echtpaar de zondvloed. De Azteken, Chinezen en Egyptenaren kenden hun eigen zondvloedverhalen. Volgens sommige historici staan de verhalen onder meer symbool voor de tweeslachtigheid van de mens ten opzichte van het water. Enerzijds geeft het water leven, maar het kan ook een vernietigende kracht hebben.

Ovidius beschrijft bij het begin van onze tijdrekening, hoe de oppergod Zeus naar de aarde afdaalt om te onderzoeken of het echt zo slecht met de mensheid is gesteld. Hij komt tot de conclusie dat het beter is om alle mensen te doden. Zeus laat het daarom net zolang regenen tot de volledige aarde bedekt is met een waterlaag. Ondertussen laat hij aardbevingen losbarsten en geeft hij zijn broer Poseidon, de god van de zee, de opdracht de rivieren en zeeën te laten kolken. Alle mensen sterven de verdrinkingsdood. Alleen Deucalion en zijn vrouw Pyrrha, in de ogen van de goden twee ‘goede mensen’ die geregeld hun offers brengen, worden gespaard. Kort voor de zondvloed heeft Prometheus beiden gewaarschuwd en hun geadviseerd een bootje te bouwen waardoor ze de ramp kunnen overleven. Negen dagen lang verblijven de twee in de boot, terwijl om hen heen alle aardbewoners verdrinken. Dan loopt de boot vast op de berg Parnassus -vergelijk met de ark van Noach die vastliep op de Ararat-. Langzaam houdt het op met regenen, zakt het water en kan het gewone leven op aarde worden hervat.

Doemdenkers zijn we allerminst. De verschrikkelijke overstromingen van de laatste jaren roepen echter het beeld op dat in die mythische verhalen wordt geschetst. Ons gewone, rustgevende leventje wordt ondermijnd door onstuitbare fenomenen. In het verlengde van de wateroverlast ligt de opwarming van de aarde, waardoor de zeespiegel stijgt. Eilanden verdwijnen, gletsjers en ijszeeën smelten, dijken moeten worden verhoogd. Hoe gek het ook klinkt: tegenover extreme regenval staat extreme droogte en hitte, ook in West-Europa. De drinkwatervoorraad slinkt, de rivieren worden onbevaarbaar, bosbranden teisteren ook woongebieden, de landbouw kreunt en de voedselprijzen verhogen drastisch. De droogte in Afrika leidt tot een enorm voedseltekort en honger bij miljoenen mensen. Te veel water, te weinig water. Precies deze contradictie is nog het meest angstaanjagend. Voeg daarbij de energiecrisis: onze afhankelijkheid van olie en gas maakt ons kwetsbaar. We hebben behoorlijk wat elektriciteit nodig voor onze e-wagens, airco’s en verwarming in de winter. De industrie kan en mag het niet langer doen met fossiele brandstoffen. Politici veinzen een oplossing. Kunnen zonnepanelen en windmolens ons redden of kiezen we toch maar voor de risicovolle kernenergie? Zullen we maar vluchten naar het bos op de Beerzelberg in Putte, met zijn 51 meter het hoogste punt van de provincie? Tentje bouwen. Rubberbootje klaarzetten.

Marc van Riel

“Een ramp blijkt vaak een kans” (Lao-Tse, Chinese filosoof, 6de eeuw v.C.)