Afbeelding
Welcome back in the UK cover

Welcome back in the UK

Globetrotter Gust

Bijna 24 maanden was het geleden dat ik nog voet had gezet op Britse bodem. Voor een ‘die hard’ of anglofiel een ware beproeving. Zoals iedereen weet, was corona de grote boosdoener samen met de soms draconische Britse covidmaatregelen. Nu alles opnieuw ongeveer normaal was, vond ik het de hoogste tijd om ernaartoe te gaan. Toch stelde ik me veel vragen. Impact van corona? Impact Brexit? Wat is er verdwenen of aangepast? Onze passie was er in ieder geval nog en kijk: ‘Back to the UK’!

De ferry blijft de aangenaamste manier om het Kanaal over te steken en zoals altijd maakten we gebruik van DFDS Seaways, die Dover zowel via Calais als via Duinkerke bereiken. Ondanks de aanhoudende problemen met een andere maatschappij, die ook de Calais-Dover route gebruikt, konden we vlot inchecken met een personenwagen. Het vrachtvervoer, dat meer problemen ondervindt door het tijdelijk mindere aanbod aan schepen, is goed gescheiden. We moeten nu wel een internationaal paspoort hebben om het Verenigd Koninkrijk binnen te mogen, maar dit geeft geen langere wachttijden bij de Franse en Britse grensdiensten. Het inscannen gebeurt even efficiënt als voorheen met onze identiteitskaart. Ja, er is de aanschaf van het internationale paspoort en dat kost toch ongeveer 80 euro, maar het blijft 8 jaar geldig. Voor geregelde Engelandvaarders zeker geen probleem! Voor educatieve schooluitstappen kan dit wel een barrière zijn.

Nu we aangekomen waren, eindelijk ‘The White Cliffs of Dover’ opnieuw zagen en onze eerste roundabout in Dover vlot links namen, konden we ons op het toerisme richten. Het toerisme moest, zoals overal, tijdens de pandemie harde noten kraken. We hoeven het niet uitgebreid uit te leggen: lockdowns, onzekerheid, wederopbouw en personeelsproblemen. Toch heeft elk nadeel zijn voordeel, hebben we ooit eens gehoord. Er is misschien kans op verbetering, vernieuwing, of zelfs een verrassend initiatief. Een voorbeeld vonden we in Rye Harbour: het Rye Harbour Nature Reserve met het nieuwe Discovery Centre.

Het Rye Harbour Nature Reserve is een van de belangrijkste natuurgebieden van Engeland met meer dan 4000 planten en dieren. Door het gestadige contact met de zee vinden we er zoutmoeras, kiezel, zoutmeertjes en lagunes. Het gebied maakt ook deel uit van the Romney Marsh zone, vandaar dat de schapen die er grazen presalés zijn, zoals in Normandië. Je kan er twee mooi uitgestippelde wandelingen doen (3,5 en 5,5 km lang). Goed aangeduid, rolstoelvriendelijk en met veel uitlegborden onderweg. Bezoek een van de 5 vogelkijkhutten en merk de impact van de militaire geschiedenis in dit gebied op. De ruïne van Camber castle dateert uit de Tudortijd, de Martellotoren was een tool in de napoleontische oorlogen en van de 19 bunkers uit WOII zijn er nog enkele behouden. De Engelsen noemen de bunkers ‘pillarboxes’, omdat de lange, smalle openingen de soldaten immers herinnerden aan de klassieke Engelse postbus.

Sinds mei is het Discovery Centre geopend: een toegankelijk knooppunt met café, winkel, toiletten, geschikt voor educatieve activiteiten en vooral met een fantastisch uitzicht. Er is parkeergelegenheid op ongeveer 10 minuten wandelen van het centrum.

Alle info: www.rye.sussexwildlifetrust.org.uk

Spreken we over statige herenhuizen, kastelen, kleurrijke tuinen of natuur, dan spreek je over ‘National Trust’, immer populair bij de Britten met een massa trekpleisters. Tijd om er een paar opnieuw te ontdekken. Scotney Castle in Kent leerde ik al kennen in 1994. Met het oude gidsboekje uit dat jaar even kijken wat er veranderd is. De oude middeleeuwse burcht dateert uit de 14de eeuw en in 1830 liet de toenmalige eigenaar, Edward Hussey III, een nieuw huis bouwen op de top van de heuvel. Het oude kasteel werd een romantische folly (nutteloos gebouw), deel van een pittoresk landschap vol rododendrons en kleurrijke bomen. In 1970, bij de dood van de laatste Hussey, gingen de tuinen en het oude kasteel over naar het National Trust. Toch bleef zijn weduwe tot haar dood in 2007 in het victoriaanse huis wonen. Sinds dat jaar kan je het huis bezoeken en je onderdompelen in het leven van de laatste eigenaars: een Downton Abbey in miniatuur.

Ook in Knole vonden we iets nieuws. Dit immense huis in Sevenoaks Kent, met zijn herten en tuin, was oorspronkelijk gebouwd als aartsbisschoppelijk paleis. Het kwam in handen van de Sackville-familie in het begin van de 17de eeuw en deze familie zou haar stempel drukken op het domein. Na bezoeken in 1988 en 2011 eens nagaan wat hier veranderd is … Rond 2010 begon er een periode van grote restauratie in het paleis, vooral van de prachtige collectie van 17de-eeuwse, gestoffeerde meubels. De ‘State Bedrooms’ vormen een unieke collectie. Nieuw is de onlangs geopende ‘Gatehouse Tower’. In het interbellum werd Edward Sackville-West eigenaar van Knole. Edward was een buitenbeentje en lid van de excentrieke Bloomsbury Group (schrijvers, kunstenaars en intellectuelen). Zijn nichtje, de schrijfster Vita Sackville-West, en Virginia Woolf waren de bekendste leden. Hij had weinig passie voor het grote huis en leefde van 1936 tot 1940 op een ietwat spartaanse manier op twee verdiepingen in deze oude waaktoren. De kamers staan vol met objecten uit zijn leven, dat hier ook systematisch wordt verteld.

De laatste stop is Cranbrook, een typisch stadje in Kent met heel wat huizen in de lokale witte ‘weatherboard’stijl. Hier maakten we kennis met een postcorona, in februari geopende zaak ‘Kypséli’. Lokale producten uit Kent en Sussex gaan hier samen met Griekse ingrediënten. Een geesteskind van een Britse vrouw die bijna 20 jaar werkte op Korfoe. Delicatessen als in een Griekse taverne gaan hier hand in hand met weelderige patisserie.

Lees verder onder de foto

www.kypseli.buzz

Cranbrook is de thuishaven van Bentley Auction, een antiekzaak, beroemd vanwege Raj Bisram en Nick Hall. Beiden zijn sterren in de immens populaire BBC-reeks Bargain Hunt (ook te zien op BBC Entertainment). Een luchtig spelprogramma over antiek dat al jaren meegaat. Raj was zo vriendelijk om ons rond te leiden. We hadden een gesprek met hem …

Hoe verklaar je het grote succes van Bargain Hunt zowel in the UK als in het buitenland?

“Alles gaat natuurlijk, er is geen echt script, geen echte planning: reële mensen in een reële omgeving. In feite is het een gek format: de omgekeerde wereld, je koopt iets en verkoopt het dan op een veiling. De experten en de kandidaten hebben drang naar kennis. Je kan niet van alles iets weten en ook als expert leer je bij. Het heeft niets met profijt te maken, alleen met plezier en wat educatieve basis voor de kijkers. Het is werken met een tof team van top tot bodem. Wij werden gevraagd door BBC op basis van onze topografische ligging én omdat Bentley Auction een van de weinige zaken met twee experten is. Soms moeten we het tegen elkaar opnemen en dat is altijd erg prettig.”

Hoe ga je om met de verschillende programmawijzigingen de laatste jaren?

“Deels heeft corona hiermee te maken gehad. De impact van het virus was niet te onderschatten. Bargain Hunt is een knuffelprogramma en corona was een uitdaging voor alle tv-makers. Eerlijk gezegd doe ik mijn hoed af voor het management. Van nerveus in het begin konden we dankzij hun aanpak opnieuw volledig relaxed werken.

Soms wijzigde de formule, bijvoorbeeld niet meer met een presentator werken, maar met een rotatiesysteem, daarin hadden we niets te zeggen. Soms trachtte men wat te improviseren met nieuwe ideeën. Trouwens, wij zien de kandidaten voor het eerst bij aanvang van het programma. Interactie is er vlug en we vinden snel de passie, zowel bij jong als bij oud. Uiteindelijk gaat het altijd om de pret, de wedstrijd is dan minder belangrijk. De mensen komen maar een keer in de show en hoe leuk is het voor hen dan om bijvoorbeeld 20 jaar later de beelden van hun optreden opnieuw te bekijken.”

Soms vindt Bargain Hunt plaats op een antiekmarkt (bric-à-brac) in openlucht, soms in een provinciestadje vol met antiekwinkels. Een verschil?

“In feite wel, de mensen op de marktjes willen zo vlug mogelijk hun spullen kwijt, terwijl de antiekhandelaars in een stadje de prijs altijd wat willen opdrijven. De eerste soort komt meestal relaxter over. Soms zijn er dealers die neen zeggen tegen ons bod, wat jammer is. Het is voor hen toch ook publiciteit en de winst gaat altijd naar een goed doel.”

Tenslotte dé vraag: wat ligt er goed in de markt en wat niet?

“Antiek is de beste manier van recycling. Eigenlijk is elk artikel een luxeobject, want je hebt het niet nodig. Meestal is er een bloeiperiode van ongeveer dertig jaar voor een bepaald product en dan daalt de prijs ineens. Neem nu meubels: zelfs stukken van ruwweg meer dan 100 jaar moeten zo goedkoop verkocht worden dat die meubels op het vuur gooien soms nog voordeliger is. Daarentegen doen horloges het nu prima, de laatste 15 jaar zeker. Ze zijn klein en dat speelt tegenwoordig mee. ‘Militaria’ uit WOI en WOII blijven het goed doen en zijn al geruime tijd gegeerde verzamelobjecten. Het is een cirkelbeweging, nieuwe zaken komen en oude gaan. Mijn specialiteiten zijn zilver, Georgisch meubilair en sportmemorabilia. Om een antiekdealer te beschrijven: hij kent een klein beetje over veel en niet veel over één item. Als ik elke seconde van de dag gedurende 5000 jaar iets zou leren over antiek, dan nog zou ik er maar een heel klein beetje over weten, maar I love antiques.”

Terug naar Dover en onze DFDS-boot voor de overtocht naar Calais. De vrachtwagens netjes aan een kant, opnieuw een vlotte inscheping. Sinds Brexit is taksvrij kopen aan boord opnieuw in de lift met betere voorwaarden en prijzen!

Hoe ik het beleefde? Wel, zoals de hit van Love Affair uit de sixties: ‘Everlasting Love’!

Nuttige info

www.nationaltrust.org.uk/scotneycastle

www.nationaltrust.org.uk/knole

www.visit1066country.com

www.dfds.com

Foto’s: Gust Charrin

Wil je meer weten over dit artikel?

Contacteer Globetrotter Gust via gust.charrin@telenet.be of 0477 57 08 87.

Afbeelding
Afbeelding