Afbeelding
Tomas Baum – Kazerne Dossin

Tomas Baum – Kazerne Dossin

Interviews

In de 18de-eeuwse Mechelse Kazerne Dossin werden tussen 1942 en 1944 meer dan 25.800 mensen verzameld en afgevoerd naar het vernietigingskamp van Auschwitz-Birkenau. Het waren voornamelijk Joden, maar ook ongeveer 350 Roma. Amper 5% van hen keerde levend naar België terug.

Op deze locatie vind je vandaag het memoriaal, museum en onderzoekscentrum van Kazerne Dossin. Het is een plek die op zoek gaat naar het hoe en waarom van een van de zwartste hoofdstukken uit onze geschiedenis, maar die ook vragen stelt over vandaag - over collectief geweld, discriminatie en meer. Tegelijk is het een integere plaats van herdenking en reflectie, een plaats waar mensen weer een gezicht krijgen. Mensen zijn Media bracht een bezoek aan het museum en sprak met Tomas Baum, sinds juni directeur bij Kazerne Dossin.

Meneer Baum, we spreken elkaar na een shockerend bezoek aan een museum over ontstellende dingen die nog niet zo lang geleden gebeurd zijn. Toch is het ook een mooie plek, met heel veel persoonlijke verhalen en vooral heel veel informatie.

De tentoonstelling met de veelheid aan informatie is vandaag verworvenheid, maar zeker geen evidentie. We zijn in 1996 gestart met een klein museum en documentatiecentrum dat vanaf 2008 door ondersteuning van de Vlaamse overheid is uitgegroeid tot de publieke instelling die ze vandaag is.

Het is een unieke plaats door het aantal documenten dat nog bewaard is en dat is ook historisch interessant. De Belgische overheid was een van de eerste om zo systematisch om te gaan met het documenteren van vreemdelingen. Van de Joodse mensen die in die tijd in België verbleven, had ongeveer 90% niet de Belgische nationaliteit en bijgevolg een vreemdelingendossier. Die dossiers werden bewaard en dat maakt dat je een stevige basis hebt om te vertrekken. Zo is deze plek uniek tegenover andere plaatsen die niet over deze gegevens beschikken. In onze archieven hebben we ook een hele reeks bruine enveloppen met persoonlijke documenten die mensen die in de Dossinkazerne verzameld werden, moesten afgeven voor hun deportatie. We hebben gelukkig ook heel veel persoonlijke foto’s. In het memoriaal stellen we veel van deze documenten tentoon en zo krijgen bezoekers een idee hoe die dingen eruit zagen.

Wat ik persoonlijk heel interessant vind, is dat het opzoekingswerk nooit gedaan is. We hebben een portrettenmuur met meer dan 25.500 kaders voor iedereen die hier vertrokken is en daarin schuilen nog heel veel lege plekken. Dit jaar is er weer een ceremonie – die nu helaas digitaal zal moeten verlopen – waarin weer bijna 280 nieuwe portretten worden bijgezet. Als onderzoekers gaan we met de hulp van nabestaanden en collega-onderzoekers voortdurend op zoek naar foto’s. Elke keer wanneer we nieuwe foto’s vinden, organiseren we opnieuw een ceremonie waarbij we slachtoffers weer een gezicht geven. Een van de belangrijke aspecten van de genocide is net dat mensen nummers werden. Hun waardigheid werd afgenomen, ze werden niet meer als medemens gezien.

Je hebt onderzoek, kennis en dossiers, maar die foto op de muur kunnen zetten is erg belangrijk.

In die context vervult het memoriaal een belangrijke functie. In het museum willen we mechanismen duiden, dynamieken tonen, laten zien waartoe ze geleid hebben. De functie van het memoriaal daarentegen is om echt stil te staan, om alles te laten bezinken en om te bezinnen.

(lees verder onder de foto)

We leren tijdens de geschiedenisles over economische, geopolitieke en andere aspecten die hebben geleid tot de opkomst van de nazi’s. Toch blijft het onbevattelijk hoe iets zo extreems een grote groep van de bevolking kon mobiliseren, inclusief mensen die zich niet met de nazi-ideologie identificeerden ...

Daar zijn bibliotheken over volgeschreven. Een monocausale verklaring bestaat niet. Je kan niet een aantal verschillende feiten bij elkaar optellen en uitkomen bij genocide. Het is geen wiskunde, het is geschiedenis. Er zijn tot vandaag trouwens nog altijd discussies over; volgens sommigen was de genocide heel vroeg doelbewust gepland, anderen zeggen dat ze is voortgevloeid uit het verloop van ontwikkelingen, … Er zijn heel veel nuances te maken.

Een van de interessantere hypotheses over de genocide is wat mij betreft die van Timothy Snyder, over de plaats waar de delicten gebeurd zijn – de vernietiging in Polen en Oekraïne, waar heel veel mensen de dood hebben gevonden met de kogel door toedoen van de doodseskaders, en in de vernietigingscentra. Hij argumenteert dat het grote geweld net daar heeft plaatsgevonden omdat daar al langer geen stabiele staat meer was – geen democratie en geen politiek bestel. Het was een gebied waar de rechtsorde veel eerder al helemaal uitgehold was. Natuurlijk zijn hier, waar nog wel een rechtsorde bestond, wel veel mensen gedeporteerd, maar dat was ook ‘slechts’ een voorstadium. De beestachtigheden gebeurden in België op veel kleinere schaal. Dat is één verklaringsgrond die je kan uitdiepen en waaruit je veel kan leren, bijvoorbeeld dat, als we grootschalig geweld van die aard willen vermijden, we rechtsstructuren, overheidsstructuren enzovoort in leven moeten houden en beschermen.

Zo kan je op verschillende gebieden onderzoeken en interpreteren. Propaganda is bijvoorbeeld ook een belangrijk aspect en zo zijn er zo vele. Toch zijn analogieën een heel moeilijk gegeven in de geschiedkunde. Enerzijds kan je niet zonder – je moet de hele tijd vergelijken en veronderstellingen maken, - maar anderzijds vormen ze een valkuil want een analogie is geen identiteit. Situaties in de geschiedenis zijn altijd uniek en je moet ook altijd op zoek naar de verschillen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: “We zitten vandaag in dezelfde situatie als in de jaren ’30, met de opkomst van het internet (toen de radio), een economische crisis, enzovoort”, en dan ben je snel vertrokken. Laat me dan meteen nuanceren: het is interessant om dat te doen en om te reflecteren, maar geschiedenis is geen harde wetenschap die voorspellingen toelaat.

Het is alleszins wel belangrijk om te reflecteren en te proberen geschiedenis actueel te maken, maar je kan geschiedenis niet instrumentaliseren. Je kan ook niet zomaar veronderstellen dat elke zestienjarige die hier in klasverband op bezoek komt nadien nooit nog extreme gedachten zal hebben. Zo werkt dat absoluut niet.

Hoe staat het met antisemitisme vandaag?

Het is er niet goed mee, denk ik. Sommigen zeggen – en dat vind ik een interessante insteek – dat als het daarmee niet goed gaat, ook de tolerantie in zijn geheel afneemt. Antisemitisme is sowieso nooit helemaal weggeweest en er zijn genoeg incidenten op basis waarvan we kunnen stellen dat er een probleem is. Het zit in fake news en complottheorieën die al eeuwenlang circuleren en het gaat van Joodse mensen die op straat aangesproken worden tot de aanslagen op het Joods Museum van België. Antisemitisme bevat enerzijds een beeldcomponent die al eeuwen in leven wordt gehouden en anderzijds een component van reële feiten, van mensen die belaagd worden en ik hoor dat dat laatste toegenomen is tegenover enkele jaren geleden. Daarvoor een verklaring geven, is heel moeilijk. Wat in mensen hun hoofd leeft- want daar begint het- is niet eenvoudig te verklaren. Hetzelfde geldt trouwens voor andere vormen van racisme.

Vroeger ging het om anti-judaïsme dat eerder religieus georiënteerd was, met het klassieke beeld van Joodse mensen als medeverantwoordelijk voor de dood van Christus en als ‘niet te bekeren tot het christendom’. Op een bepaald moment is dat beeld geëvolueerd naar een irrationele beeldvorming van wat Joden zouden zijn of doen en dat ging meteen een stap te ver. Het leidde tot complottheorieën en heeft gezorgd voor een mentaal frame dat al eeuwen overleeft. We kunnen daaraan wel iets doen en de belangrijkste manier daarvoor is een grotere “wij” maken, waarin zoveel mogelijk mensen uit de maatschappij in al hun diversiteit toch kunnen samenleven. Zo creëer je weerbaarheid tegen stereotype beeldvorming. Daar staat natuurlijk ook de nood aan identiteit tegenover, waardoor er een soms moeilijke dynamiek ontstaat. Toch schuilt de sleutel mijns inziens in het versterken van onze “wij” en in het zoeken naar gedeelde waarden die de verschillen kunnen dragen.

Interessant op dat vlak is onze tijdelijke tentoonstelling die zal lopen vanaf 4 december, #FakeImages (zie de website van Kazerne Dossin voor updates n.a.l.v. de nieuwe coronamaatregelen, nvdr). We halen dan een deel van de Langermancollectie uit Berlijn naar hier. Arthur Langerman is een diamantair die een uitgebreide reeks antisemitische beelden heeft verzameld. We zullen deze historische tentoonstelling inbedden in meer actuele reflecties van stereotypering, vooroordelen en fake news.

(lees verder onder de foto)

Is de ‘vermainstreaming’ van extreemrechts volgens u een realiteit?

Ook dat is een kwestie van heel veel lagen en ik denk dat je zoiets als een cyclus kan zien. De jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw, bijvoorbeeld, waren jaren met een sterk middenveld dat toch ook erg verzuild was. Maatschappelijke stromingen zijn er altijd wel. Nu wint een conservatief, identitair, nationalistisch gedachtegoed aan populariteit in Europa en in de VS en daarbij hoort de vreemde paradox dat mensen die erg gericht zijn op gemeenschap tegelijkertijd zo gericht zijn op uitsluiting.

De vraag is misschien eerder hoe je politiek bekijkt. Sommige mensen denken dat politiek zich toont wanneer je samen een vijand hebt. Dat vind ik eigenlijk een arme metafoor voor politiek. Het was trouwens de Duitse metafoor in de jaren ‘30 en ‘40. Anderen stellen dat politiek gaat over wie je vrienden zijn, over samenwerken met de mensen waarmee je samenleeft. Die visie op politiek vind ik interessanter. Ik zie dat er vandaag inderdaad een grotere populariteit is van extremen, maar dat is ook omdat er een leegte is ontstaan. De christelijke en seculiere zuilen die vroeger het sociale leven afdekten, zijn ingezakt en uit die breuk komen identitaire en andere gemeenschapsvormende wensen opnieuw op het toneel.

Het komt erop aan het midden te versterken. Als er niemand meer in het midden staat, wie of wat houdt de boel dan nog bij elkaar?

Hoe kan je dat midden versterken?

Door vragen te stellen. Vragen die echt en authentiek zijn, -die over het onderwerp gaan, maar op een andere manier,- kunnen een gesprek openbreken. Als je een vraag kan stellen waarover mensen willen nadenken of een gesprek willen aanknopen, ben je goed bezig. Dat houdt wel in dat je geduld moet hebben en het juiste moment moet afwachten.

We moeten op zoek naar gedeelde inzet, al was het maar – en dat klinkt misschien paradoxaal - omdat we ook daar weer de mogelijkheid hebben om het oneens te kunnen zijn.

Ik denk niet dat het nuttig is om alleen te blijven uitvergroten waarover we het allemaal niet eens zijn en om exclusieven te stellen. Zelfs in grote maatschappelijke discussies kan je op zoek gaan naar gemeenschappelijke waarden. Je kan bijvoorbeeld veronderstellen dat iedereen zich veilig wil voelen en dan kan je vragen: “Wat betekent veiligheid precies voor jou?” en zo open je een gesprek. Hetzelfde geldt voor gesprekken over vrijheid. “Wat betekent vrijheid voor jou”: is het gewoon je zin kunnen doen of is het jezelf de mogelijkheid geven om dingen te doen? Dat is niet hetzelfde. Er zijn heel veel dingen die ons verbinden, zoals zorg over gezondheid en welzijn. Het komt erop aan te praten over de echte uitdaging. Je kan mij niet vertellen dat vijf vluchtelingen meer of minder echt een concreet probleem vormen, maar de symboliek daarvan is enorm in tijden van onzekerheid. Oplossingen vinden samen met mensen die bang zijn, is heel moeilijk, zelfs al zijn ze ten onrechte bang. Vaak worden mensen ook bang gemaakt.

Hoe breng je een verhaal zoals dat van Kazerne Dossin?

Je kan beginnen bij het verhaal van de slachtoffers, maar meteen stelt zich dan de vraag wie je allemaal als slachtoffer ziet? Bovendien wil je inzichten brengen, want je wil niet dat de geschiedenis zich herhaalt, dus moet je ook de daders in je verhaal betrekken. Maar wie zie je als dader en kan je zeggen dat al die daders radicaal slecht waren – heb je daarmee alles begrepen? Kunnen we bepaalde mechanismen inroepen om het onderscheid te maken tussen psychopaten en anderen? Dat brengt ons dan weer bij een derde groep, de omstaanders. Sommigen hebben weggekeken, anderen probeerden iets te doen. Zij zijn op hun beurt soms slachtoffers of daders geworden. Alleen al die drie categorieën opnemen, zorgt voor nuance en een grote reeks perspectieven en dat is belangrijk.

Onze belangrijkste taak vandaag is de herinnering aan de Holocaust levend te houden en aandacht te hebben voor mensenrechten. Er zijn niet zoveel getuigen meer, maar wanneer ik hen hoor spreken, merk ik een wil om te leven en een drang om ervaringen te delen, net omdat er vandaag iets mee gedaan zou worden. In de decennia na WOII heerste er nog een omerta: het leek wel of er een generatie moest overgaan vooraleer er over dit verleden gepraat kon worden. Pas in de jaren ’90 heeft het verhaal echt zijn weg naar de publieke ruimte gevonden en ik vind het goed dat het nu gedeeld kan worden. Vandaag kunnen we erover praten op basis van historische feiten en getuigenissen én we kunnen erover in dialoog gaan. Komen daaruit goede dingen? Als het over mensen gaat, is er heel veel mogelijk.

Laat de roepers erbuiten en hou je bezig met de kern van een gedeeld vraagstuk en dan zie je wat er allemaal mogelijk is.

Willen jullie bezoekers naar huis sturen met een bepaalde boodschap of eerder met vragen?

Voor mij staat één specifieke vraag centraal, namelijk: “Zijn we vandaag niet allemaal omstaanders?”

We zijn zeker niet allemaal slachtoffers en ook niet allemaal daders. Op welke manier willen we omstaanders zijn? Als omstaander kan je zwijgen en wegkijken, maar soms moet je spreken of ingrijpen, samen met anderen. Dat kan alleen als we als omstaanders samen iets onderhouden dat ons verenigt en dat ons de gelegenheid geeft om samen in actie te komen.

kazernedossin.eu

Kazerne Dossin - Goswin de Stassartstraat 153 - 2800 Mechelen

Te bezoeken op donderdag en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur en op zaterdag en zondag van 9.30 tot 17.00 uur (raadpleeg de website van Kazerne Dossin voor updates n.a.l.v. de nieuwe coronamaatregelen)

Foto’s Kazerne Dossin: CR Christophe Ketels

Foto’s Tomas Baum: CR Tim Dirven

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding