Afbeelding
Tijl Uilenspiegel - Walter van den Broeck

Tijl Uilenspiegel - Walter van den Broeck

Boekenfoyer

‘Dit is het verhaal van Tijl, zoon van Klaas de kolenbrander en Soetkin, bijgenaamd Uilenspiegel, wat eigenlijk betekent ‘kus mijn kont.’ Het verhaal van een onbezorgde potsenmaker die van zijn aanstekelijke lach werd beroofd en die worstelde om hem terug te krijgen.’

Zo begint deze zeer vrije bewerking van Walter van den Broeck van Charles De Costers klassieker ‘La légende d’Ulenspiegel, waarin Tijl bij zijn terugkomst uit Rome zijn vader op de brandstapel ziet staan. Hij sluit zich aan bij de geuzen die de folteraars bestrijden in de eeuw van de heksenjachten. Klaas, Soetkin, Tijl, Nele en Lamme Goedzak zorgen samen voor het boeiende verhaal dat ‘Tijl Uilenspiegel’ in oorsprong ook is.

W. van den Broeck brengt het vlot met spitse dialogen, waarin je de toneelauteur herkent. Hij schetst ook een opwindend beeld van de samenleving tijdens de inquisitie. ‘Waar de ene mens de andere niet meer kan vertrouwen, is het leven niet langer leefbaar’, schrijft hij. Eigenlijk is dit van alle tijden, en toch, in die wereld wordt de kleine Tijl geboren, de verklikkingen, vervolgingen en straffen stapelen zich op. Hij wordt zelf veroordeeld voor zijn zotternijen en moet op boetetocht naar Rome. Een tocht met heel wat obstakels en schelmenstreken, door de auteur sober geduid in hun tijdskader. De fratsen van Uilenspiegel moet je daar eveneens in plaatsen: waarmee men eeuwen geleden mogelijk bulderlachte, doet men dat nu niet noodzakelijk. Tijl stelt zich voor als Sire van Nergensland, graaf van Hollemage, baron van Drooglever uit Damme, waar hij vijfentwintig bunder maneschijn en een luchtkasteel bezit. Tijl met de buigingen, de handkussen en de spotlach, charmante eenling, of schurk die het lachen vergaat wanneer zijn vader tot de brandstapel wordt veroordeeld. Een van de mooie, stijlvolle passages in het boek die me zal bijblijven: Klaas, de vader van Tijl, wacht gelaten op zijn terechtstelling in de gevangenis. Tijl, Soetkin en Nele gaan hem bezoeken. De keizer erft al het bezit, alle carolussen, alle gouden munten dus ook, van wie hij laat ombrengen ...

‘Wat kan ik doen, vader?’ ‘Ervoor zorgen dat hij deze keer niet erft.’ ‘Hoe dan?’ Klaas keek of de cipier niet meeluisterde, omhelsde toen voor de zoveelste keer zijn zoon en fluisterde hem in het oor: ‘De carolussen zitten achter de haardplaat.’ Toen opende de cipier de zware traliedeur. ‘Het is tijd.’ ‘Mogen we niet bij hem blijven?’ vroeg Soetkin. ‘Nee, dat is verboden.’ ‘Ook niet als we betalen?’ ‘Helaas niet’, zuchtte de cipier. Soetkin gooide zich een laatste keer in de armen van Klaas. Ze huilde en beefde over haar hele lijf. Klaas trachtte haar te sussen. Stil nu maar. Ook de tiran is naïef. Hij denkt dat hij kan scheiden wat God verenigd heeft. Heb dus maar vertrouwen. Straks word ik de zon, de lucht, het water, de bomen, het gras, de aarde. Waar gij ook gaat of staat: ik zal overal bij u zijn, liefste Soetkin.’ De cipier was nu binnengekomen en maakte Soetkin uit de omarming los. ‘Het is tijd, heb ik gezegd! Of wilt ge dat ze mij ook opsluiten?’ Met betraand gezicht omarmde ook Nele de kolenbrander. Ze wilde iets zeggen, maar Klaas schudde sussend het hoofd. Toen omhelsde Tijl hem de laatste keer. ‘Zorg goed voor uw moeder, jongen. Tijl knikte, de tranen verbijtend, en verliet gebogen de cel. De cipier gooide de zware deur voor Klaas’ gezicht dicht en draaide de sleutel met veel geknars om.

Walter van den Broeck kijkt in Uilenspiegel zijn ziel, eerder heeft hij al preken ten tonele gevoerd en dialogen van het Spaanse Hof ingepast: gesprekken tussen Karel V en zijn zoon Filips. Potsierlijke scènes zijn het, met een keizer die in 1555 na 40 regeerjaren op retour is, en met een zoon die zijn vrouw niet eens een fatsoenlijke opvolger kan schenken. Tja, Filips heeft meer interesse voor zijn nare narrenpopje dat Tijl uitbeeldt, dat hij koste wat het kost aan de galg wil. De auteur schetst Karel V met zijn vooruitstekende Habsburgse kin - een gevolg van inteelt - met een spraakgebrek, de r wordt een w, dus Kawel in plaats van Karel en de s wordt met de Spaanse f gearticuleerd, Filipf dus. Het levert kolderieke dialogen op die wel om wat inleving vragen bij het lezen, maar je zal het jammer vinden dat het boek uit is en blij zijn dat je het hebt gelezen.

Tijl Uilenspiegel van Walter van den Broeck is een leesavontuur.

Tijl Uilenspiegel - Walter van den Broeck Uitgeverij Vrijdag | paperback, 317 bladzijden | EAN 9789464340914