Afbeelding

Ronald Verheyen: pakkende Wolfmaan

cultuur

Onze Mortselse thrillerauteur RONALD VERHEYEN laat geen jaar voorbijgaan zonder een nieuw, pakkend boek. Meestal met ongewone, huiveringwekkende diersoorten of verschijnselen als de schuldigen van weerzinwekkende narigheden. Ook in zijn recentste thriller, Wolfmaan, spelen zo’n lekkere diertjes, hier met name weerwolven, een vooraanstaande rol.

In een vorig boek, De Fatale foto, hebben we kunnen kennismaken met de jongeman Tim, die zijn homestead heeft in een Mortselse boekenwinkel die verdacht veel lijkt op De Boekuil. Op vakantie in Wales blijkt dat iemand de legende van de Hond van de Baskervilles heeft geleend om terreur te zaaien.
Plaats delict
Diezelfde Tim en zijn ouders staan in Wolfmaan ook op het punt om op vakantie te vertrekken, dit keer naar de Provence en meer bepaald naar het betoverende dorpje Roussillon met zijn oranje, gele okerkleuren. De ouders van Tim hebben er een huisje met zwembad gehuurd aan de rand van het dorp.
Maar nog voor hun vertrek uit Mortsel wordt Roussillon opgeschrikt door een gruwelijke moord op een jonge Belgische rugzaktoerist: is die het slachtoffer geworden van een roofdier? Tim en zijn familie twijfelen: is het er wel veilig? De plaats delict ligt vlak bij hun huisje …
Tim moet voor zijn vakantie verder nog het gezelschap ondergaan van zijn Britse nichtje Rhian, die hij steeds een irritant wicht vond.
Eens ter plekke wordt het dorp gealarmeerd door een tweede moord op een jongen …
… En plotseling trof de stank hem bijna lijfelijk en daarna kwam het geluid: diep, gorgelend, half grommend, half brullend. Het klonk dreigend en hongerig. Hij rende nu. Hardlopen deed hij dagelijks, maar de paniek die hem nu helemaal in de greep had, gaf hem de indruk dat hij niet vooruitkwam. Zoals in een nachtmerrie …
Weerwolven?
Iedereen geraakt er nu gaandeweg van overtuigd dat de twee moorden, telkens gepleegd bij vollemaan, het werk zijn van één of meer weerwolven. Tim, die altijd geïnteresseerd was in dierkunde en paleontologie, geraakt ervan overtuigd dat hier een en ander te maken heeft met maanziekte en lykantropie, een geestelijke aandoening waarbij mensen geloven dat ze in een dier veranderen: weerwolven? Een geloof dat bij veel natuurvolken nog hardnekkig in stand wordt gehouden, maar in het moderne Frankrijk?
In de ogen van de dorpelingen is een nabij wonende familie de oorzaak van alle ellende. De familie, waarvan enkele leden aan een overdadige haargroeiziekte lijden, wordt bovendien door een Hollandse professor en zijn knappe dochter aan allerlei tests onderworpen. Tim vindt dit vreemd en gaat op onderzoek. Samen met zijn nichtje Rhian ontdekken ze de tragische waarheid van de familie.
Wetenschappelijk sausje
We hebben hier al vaker de verdiensten van Verheyen als schrijver in de bloempjes gezet. Hij is als wijn en wordt met de jaren beter. Zijn boeken worden meestal overgoten met een wetenschappelijk sausje. Dat is hier ook het geval met een interessante ‘Noot van de schrijver’ waarin hij het fenomeen van de weerwolftoestanden, vooral in Frankrijk, uit de doeken doet en waarin hij de beroemdste verhalen citeert en vertelt: dat van Gilles Garnier uit 1573, een kluizenaar die kinderen zou hebben vermoord omdat hij honger had en de kinderen opat. In zijn boek gebruikt Verheyen de naam Grenier en dat is niet toevallig. Verheyen vertelt verder hoe in de zeventiende eeuw in de Landes een meisje werd aangevallen door een weerwolf, maar kon overleven en vertellen over de identiteit van de aanvaller en over een enkeling die in Gévaudun vier kinderen uit de klauwen van een weerwolf kon redden.
Populaire monsters
Men moet Verheyen niet vertellen dat weerwolven naast vampiers populaire monsters zijn in boeken, strips en films. Hij citeert met de nodige commentaar voorzien zijn vijf favoriete weerwolffilms: The Howling van Joe Dante, An American Werewolf in London, Bad Moon, Silver Bullett, The Legend of Werewolf en The Company of Wolves.
Misschien overbodig volgens sommigen zijn Verheyens toemaatjes ‘Hoe herken je een weerwolf?’ en ‘Hoe dood je een Weerwolf?’ Hij draagt zijn boek op aan de ‘weerwolffans’ John Landis, Nico De Braeckeleer, Phil Rickman, Lincoln Child, beslist geen onaardig kwartet.
De reguliere tekst wordt af en toe onderbroken door een pagina in cursief, genoteerd door een familielid van het lang geviseerde gezin van de Greniers. Verheyen zet hiermee zijn lezers op het verkeerde been. Heeft Verheyen in Roussillon een vakantie doorgebracht? Zijn beschrijving van het stadje en de omgeving zijn erg accuraat (net als de vive-la-France misdaadromans van Paul Jacobs).
In mijn zelden aflatende voorkeur voor de ik-vorm (hier alleen gebruikt op de cursief gebezigde pagina’s) moet ik toegeven dat het niet in de ik-vorm geschreven Wolfmaan zo vloeiend leest dat je er nauwelijks aandacht aan besteedt.
Het schrijven over dierlijke, monsterachtige wezens waarmee onschuldige mensen geconfronteerd worden, is zo stilaan Verheyens handelsmerk geworden, maar dat stoort helemaal niet. Integendeel.
We kijken al verlekkerd uit naar Verheyens volgende werkstuk.
Net zoals in zijn vorige verhalen zijn het meestal de hoofdpersonen die zichzelf in een benarde situatie werken met daarbij een vrij nauwkeurige analyse van de daarmee gepaard gaande sensaties van verschrikking. Voor wie het oeuvre van Verheyen (nog) niet zou kennen, putten wij uit zijn bibliografie De Fatale Foto, Het Spook en de Duisternis, Zwaardneus, Het Oog van de Draak, Het Vervloekte Dorp, Mastodont, Gebeten, Kaken en Klauwen, Hemelse Dood.
Ronald Verheyen: Wolfmaan, uitgeverij KRAMAT, 118 pagina’s, 2019, Prijs: 13,95 euro