Afbeelding
Portret ... van een opera in een arena

Portret ... van een opera in een arena

Portret

In 1977 ging ik voor de eerste keer naar de opera. Niet hier in België, maar wel in Italië, waar we onze vakantie doorbrachten bij het Gardameer. Ik was helemaal geen liefhebber van operamuziek, maar mijn familie had me overtuigd om toch één keer mee te gaan. Volgens hen was de Arena van Verona (een antiek Romeins amfitheater) de plaats waar deze muziek het beste tot haar recht komt en dus mocht ik dit niet aan mij voorbij laten gaan. Dus ging ik mee naar Pagliacci van Ruggero Leoncavallo en Cavaleria Rusticana van Pietro Mascagni kijken en luisteren.

Tot mijn verbazing genoot ik er enorm van. Het was me zelfs dermate bevallen dat ik direct instemde om ook mee naar Aïda van Giuseppe Verdi te gaan kijken.

Lag het aan de omgeving, het vakantiegevoel, het stralende weer, de sfeer in de arena, het prachtige decor, de klank in openlucht, de geweldige zangers (één van hen was de beginnende Placido Domingo), of was het dit allemaal samen dat ervoor zorgde dat ik opera nu opeens kon waarderen? Ik weet het antwoord niet, maar toen we enkele jaren later terugkeerden naar het Gardameer, was het vanzelfsprekend dat we naar de opera zouden gaan. Het liep deze keer echter niet zoals we gehoopt hadden ...

Het was een prachtige dag in Garda. Een blauwe hemel had zich de hele dag boven het meer getoond. ‘s Avonds lieten we ons door een autocar meevoeren naar Verona. We zouden gaan kijken en vooral luisteren naar de opera Turandot van Giacomo Puccini. Ondertussen had ik die al meermaals gezien, maar ik was heel benieuwd om de prachtige koorliederen aldaar te horen, evenals één van mijn favoriete aria’s, Nessun dorma. We waren vroeg aanwezig, maar dat gaf ons de tijd om in de arena een goede plaats te kiezen, liefst niet te ver van het podium.

Aanvankelijk konden we ons nog ruim op de stenen zitplaatsen installeren, maar naarmate de avond vorderde en de arena alsmaar voller liep, werd onze ruimte steeds beperkter. Gelukkig hadden we ondertussen al kussentjes kunnen kopen, zodat het zitten al wat zachter aanvoelde.

Toen de arena volledig gevuld was en ook de plaatsen parterre ingenomen waren door de high society en meer gefortuneerde toeschouwers, begon de voorstelling en vulde de arena zich met hemelse muziek.

Het was al vrij donker toen we werden verrast door enkele druppels. Regen???? Waar kwam die vandaan? Dat kon toch niet!

Het bleek wel degelijk zo te zijn. Plots vertrok iedereen van de scène en pakte ook het orkest zijn biezen. Wat nu? Via luidsprekers werden we op de hoogte gebracht. Een klein plaatselijk onweer had zich gevestigd boven Verona. Het zou maar een kwartier duren en dan zou de opera verdergezet worden. Oef, wat een opluchting, een beetje regen trotseren en dan kon het schouwspel opnieuw beginnen.

Ja hoor, even later werd het stuk hervat daar waar het stopgezet was. Hoewel we er nu allemaal uitzagen alsof we net een verkwikkende douche hadden genomen, kon dat niemand deren. Als het nu voor de rest van de avond maar droog bleef! Deze onverwachte onderbreking zorgde bij mij wel voor de nodige spanning. Wat zou er gebeuren als het opnieuw zou gaan regenen? Zou ik dan mijn lievelingsaria, die pas in het derde bedrijf aan bod kwam, nog kunnen horen?

Tijdens het tweede bedrijf was het zover en begon het zowaar weer te regenen. Zangers en muzikanten verdwenen nogmaals en men riep af dat de weerstations hadden gemeld dat het maar een bui was en dat die niet zo lang zou duren.

Het water stroomde over onze ruggen. Het kussentje waarop we zaten, was stilaan veranderd in een spons, maar we bleven lachen tot plots de luidsprekers meldden dat het toch niet van zo korte duur zou zijn en dat de voorstelling werd afgelast. Toen verging het lachen ons. In de arena schuifelde iedereen teleurgesteld naar de uitgang. Ik baalde enorm. Niet omdat het toegangsgeld niet werd terugbetaald (we hadden al een te groot deel van de opera gezien!) en evenmin omdat mijn witte bloesje op de rug de kleur van de natte steen had gekregen. Dat geld en het bloesje konden me gestolen worden, maar dat ik die aria niet had gehoord ... dat was pas een domper.

‘Nessun dorma’ betekent ‘Niemand slape’, en dat was wel heel toepasselijk, want ik heb die nacht niet goed kunnen slapen, zeker niet nadat onze hotelierster ons bij thuiskomst gemeld had dat er in Garda geen druppel was gevallen.

A. Poelmans