Afbeelding

Portret ... van een oase van rust in een drukke stad

reizen

Elke mens heeft een plek nodig om tot rust te komen. Op het platteland is het gemakkelijker dan in een stad om zo een oase van rust te vinden. Toch heb ik ook in de drukke stad Antwerpen mijn plaats gevonden om eens heerlijk te ontspannen. En dit zelfs in het midden van de stad vlak bij het centraal station. Daar vind je namelijk de Antwerpse Zoo, een groene zone, waarin je ca. 5000 dieren kunt bewonderen. Niet alleen de dieren zijn de moeite waard, ook de mooie, zeer verzorgde plantsoenen en enkele historische, beschermde gebouwen zijn zeker niet te versmaden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Zoo de meest bezochte toeristische attractie is in Antwerpen, met meestal ongeveer 1 miljoen bezoekers per jaar. Opgericht in 1843 is ze op de Artis-zoo in Amsterdam na één van de best bewaarde historische dierentuinen van Europa.


Als je een abonnement koopt, kun je er zo vaak binnenwandelen als je maar wil, zelfs een uur eerder dan de andere bezoekers en dan is het natuurlijk superrustig. Je hoeft dan ook niet telkens de volledige zoo te doorkruisen, maar je kunt enkele plaatsen en dieren uitkiezen om wat langer bij stil te staan. Ik zeg staan, maar vaak maak ik gebruik van de vele zitbanken om te genieten van de omgeving en de dieren, die in de nabijheid zitten. Elke keer pik ik ook een presentatie mee. Ik vind het heerlijk om de dierenverzorgers te horen praten over ‘hun’ dieren. Het is altijd heel interessant en ze spreken er telkens met zoveel liefde over. Laatst bij de presentatie van de olifanten heb ik weer wat opgestoken over de manier waarop bloed wordt afgenomen en de poten van de olifanten worden onderzocht. Ik bedenk altijd hoeveel geduld en tijd er moet inkruipen vooraleer ze die zware viervoeters zover hebben dat ze gewillig doen wat er van hen gevraagd wordt.


En elk bezoek is, niettegenstaande het dezelfde dieren zijn, die je bestudeert, toch ook weer anders. De ene keer zit er weinig beweging in, de andere keer juist veel meer. Zo was tijdens mijn laatste bezoek het nijlpaard bijzonder levendig. Het trok als het ware alle aandacht naar zich toe en kreeg dan ook veel volk, dat het paraderen, knorren en onder water zwemmen ten zeerste apprecieerde. Er kwam zelfs bijna spontaan applaus. Geweldig was het. Zeker als ik naar de verrukte kindersnoetjes keek! Want ja, voor de meeste kinderen is zo een bezoek aan de zoo ook altijd een succes! Dat het nodig is om de kinderen wat over de dierenwereld te leren, bleek duidelijk toen er een duif voor kindervoetjes neerstreek en het kleintje uitriep: ‘Papa, papa, zie die eend!’, waarop de papa laconiek repliceerde: ‘Dat is een duif, jongen!’ Grappig tafereeltje!


Ik las ergens dat de zoo aanvankelijk een sociale ontmoetingsplaats was voor de hoge burgerij. Zij kwamen er vooral om te pronken met zichzelf en hun kinderen. Gelukkig kwam daarin na de Eerste Wereldoorlog stilaan verandering. Gelukkig maar, want anders konden ik en vele anderen met mij nu niet genieten van die prachtige Zoölogie. Op de Antwerpse Zoo, die met de jaren steeds mooier is geworden en waar de meeste dieren niet meer in een kleine kooi zitten, maar in een ruimere, natuurlijkere biotoop hun dagen kunnen slijten, zijn vele Antwerpenaars, waaronder ook ik, terecht heel fier!



A. Poelmans

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding