Afbeelding

Portret … van een les 100 jaar geleden

cultuur
’Dag kinderen, hartelijk welkom.’ Zo begroet ik elke keer de leerlingen van een 3de leerjaar of jonger, die een bezoek brengen aan het schoolmuseum in het Maagdenhuis in Antwerpen en een les komen bijwonen, zoals die 100 jaar geleden werd gegeven.
‘Oei’, en dan grijp ik naar mijn hoofd, ‘ik word helemaal niet goed! Kan ik eventjes een stoel krijgen?’
Aan die vraag wordt natuurlijk direct voldaan. Zucht. ‘Het komt zeker door die machine’, ga ik verder, ‘die teletijdmachine waarmee ik naar hier ben gereisd. ‘De kinderen kijken me dan vragend, verwonderd en ook een tikkeltje ongelovig aan, maar blijven stilzwijgend zitten.
‘Ik kom uit het jaar 1920. In welk jaar ben ik hier?’ Nu reageren ze wel: ‘In 2019.’ ‘Wauw, dan ben ik bijna 100 jaar vooruit gereisd in de tijd.’ Groot zijn de ogen en omdat ik voel dat ze hun twijfels laten varen, ga ik snel verder. Ik vertel waarom ik daar ben, namelijk om hen te laten beleven hoe het onderwijs vroeger was. Ik verwonder me over het kleine aantal leerlingen en over het feit dat er jongens en meisjes in één klas zitten. Ik verklap hen dat ik me zo goed voel in een lange broek, die ik in de tijd waar ik vandaan kom niet mag dragen. Ik bewonder hun kleding, maar vind het raar dat ze geen stofjassen of schorten bij zich hebben. Eén jongen en één meisje mogen eventjes mannequin spelen en een stofjas en schort aantrekken. Drie anderen mogen eens op houten klompen lopen en direct wordt er opgemerkt dat die zoveel lawaai maken.
Stilaan wordt het tijd om het klaslokaal binnen te gaan, maar eerst moeten ze natuurlijk de regels kennen, die in de klas moeten gevolgd worden. Als ik vraag of ze ook regels in hun klas hebben, krijg ik er een heleboel te horen en er zijn er vele, die de tand des tijds hebben doorstaan. Naar de juf luisteren, niet babbelen, de vinger opsteken om te antwoorden, ...
De strenge straffen, die de kinderen 100 jaar geleden konden krijgen als ze een regel overtraden, maken diepe indruk.
En dan mogen ze het lokaal binnengaan, maar niet zonder eerst een buiging voor de juf te hebben gemaakt. Ze blijven netjes naast de bank staan, zoals ze zojuist geleerd hebben. Pas na het ‘Ga zitten!’ van de juf (ik dus) nemen ze plaats op de oude banken. Meestal is het ijzig stil in de klas, maakt niet uit met hoeveel ze zijn. De juf uit het verleden, de strenge regels en al wat ze zien in het klaslokaal missen hun uitwerking niet. Als ik vraag wat er anders is in hun klas, komen de tongen los. Als er iemand in de klas roept, sla ik flink met de liniaal op de tafel en wordt het ogenblikkelijk stil, geschrokken van het toch wel hevige lawaai.
Er wordt dan wat gerekend en ook een taallesje komt aan de beurt. Schrijven gebeurt op een lei met een griffel. De kinderen gedragen zich meestal zo voortreffelijk dat er niemand moet gestraft worden en de ‘lange tong’ en de ‘ezelsoren’ dan maar door een braaf kind worden getoond. Een heel flinke leerling krijgt ook een prentje, maar moet dat op het einde van de les wel teruggeven.
Na een klein uurtje zit de les erop. Tijd voor mij om terug naar het verleden te keren. Steeds zijn er een paar kinderen, die graag zouden weten waar mijn teletijdmachine zich bevindt, maar ... dat kan ik uiteraard niet verklappen.
Na afscheid te hebben genomen verdwijn ik. Of ze het verhaal van de teletijdmachine nu echt hebben geloofd, blijft een vraag. Dat is ook niet zo belangrijk. De ervaring, die ze hebben mogen meemaken in de belevingsruimte daarentegen, is dat wel!

Tekst en foto’s: Annie Poelmans
In het kader van 200 jaar Stedelijk Onderwijs staat het schoolmuseum opgesteld in het Maagdenhuis in Antwerpen.
Meer info op www.stedelijkonderwijs.be/200 jaar
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding