Perioscoop - Only God Forgives

Nieuws

Twee jaar geleden gooide de Deense regisseur Nicolas Winding Refn in Cannes met Drive hoge ogen. De atypische ‘getaway’-film met Ryan Gosling, een Canadese acteur die de laatste jaren zowat elk vrouwenhart sneller doet slaan, werd op een staande ovatie ontvangen. Vanuit het niets was Drive van de ene dag op de andere de nieuwe lieveling van filmrecensenten en cinefielen over de hele wereld. Refn bracht een nieuw geluid in de moderne cinema, zonder oude wijn in nieuwe zakken te schenken. In your face, superieur in kadrage en meedogenloos.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=LXQskTJS6Eg]

Er werd dan ook met argusogen uitgekeken naar nieuw werk van de Deense cineast. Only God Forgives (wederom met Ryan Gosling) loopt sinds 23 mei in de Belgische bioscopen. Op het filmfestival van Cannes stond iedereen klaar om het goudhaantje van de hippe film weer met superlatieven te bewieroken. Niets was minder waar. Only God Forgives werd op boegeroep onthaald, sommige mensen verlieten halverwege zelfs gewoon de zaal. “Pretentieus, zelfingenomen, verheerlijkt geweld, tergend traag, cynisch.” Het is maar een kleine greep uit de scheldtirades die menig recensent gebruikte om het donker misdaadepos te omschrijven. Wij trokken echter onbevooroordeeld naar UGC Antwerpen en kwamen tot een heel andere conclusie …

De plot van Only God Forgives heeft (net als Drive) eigenlijk niet zo bijster veel om het lijf. Julian en Billy zijn twee Amerikaanse broers die in Thailand een boksclub uitbaten. Daarbuiten zijn ze low level drugsdealers ‘in bijberoep’. Billy wordt echter op een dag vermoord. Het vervolg is een standaard wraakverhaal, dat echter nooit teert op een gevoel van progressie of karakterontwikkeling. Refn wil je alleen een (weergaloos in beeld gebracht) canvas aanreiken, met elementen die een bepaalde atmosfeer scheppen. Hij omschreef het in respons op de kritiek als volgt: “Deze film is als een Rembrandt. Je ziet duizenden dingen in een enkel beeld. Film gaat niet om wat je ziet, dat is een misvatting. Het gaat om de dingen die je niet ziet en toch in je worstelen.”

Dat worstelen is trouwens geen overdreven term. Vanaf seconde een grijpt Only God Forgives je bij de keel en lost pas lang na de aftiteling langzaam z’n greep. Dit gebeurt echter niet door flashy, zenuwachtig camerawerk of scène na scène vol vuurgevechten en ontploffingen. Versta ons niet verkeerd, dit is geen film voor doetjes en het geweld is plots, rechtuit en bij momenten heel bruut, maar dit is slechts bijzaak. Wat de film écht zenuwslopend maakt, zijn de lang uitgerekte shots en langzame pans. Ondertussen gromt de dreunende, dissonante soundtrack van Cliff Martinez als een gebroken spiegel van wat op het scherm te zien is: een afdaling naar de hel. Traag, maar zeker, als drijfzand.

Uiteindelijk werkt zijn inferno op een bizarre manier louterend. In elk beeld zit een achterliggende symboliek of allegorie. De thema’s die hij behandelt, zijn Freudiaanse klassiekers als liefde en haat voor de moederfiguur (de baarmoederscène is even gruwelijk als ontroerend!), zonde en boetedoening, de vraagstelling over en de strijd met het gegeven ‘God’. Refn dient je echter nooit een voorgekauwde hap op. De immer raadselachtige blik van Gosling geeft je geen dramatisch gehuil met potsierlijk vioolgeklaag op de achtergrond. De pijn zit in een halve knik en een andere lichtinval. De puzzel over het hoe en waarom moet je zelf oplossen.

In tijden van schreeuwerige sequels en opgedrongen melodramatiek is de ‘leegte’ van Only God Forgives een verademing. Het vacuüm als puurste vorm van kunst. Het is een kabbelend, dreigend, bloedmooi monster. Een van de weinige zinnen die Julian met een meewarige, maar intelligente grijns uitspreekt: “Wanna fight?” Een glasheldere boodschap van Refn zelf naar zijn criticasters. Hij maakt de films die hij voor zichzelf wil maken, om redenen die misschien alleen voor hem duidelijk zijn. Kom maar op, Nicolas.

Miel Van Bavel