Afbeelding

Nooit meer stiefmoeder

slider
Foto Tatyana Beloy: Koen Bauters
Helden zijn vrouwen en mannen met een passie. Een passie voor sport, ondernemen, reizen, literatuur, muziek, wetenschap, design … ‘Mensen zijn Media’ wil Vlamingen inspireren, daarom komt in deze rubriek elke keer een held aan het woord.
Nooit! Meer! Stiefmoeder! Dat dacht actrice en presentatrice Tatyana Beloy toen er enkele jaren geleden een einde kwam aan haar relatie met Adriaan Van den Hoof en ze afscheid moest nemen van twee pluskinderen die ze graag zag. Maar liefde laat zich niet leiden. Enige tijd later ontmoette ze Konrad Widelski, de man van haar leven. Toen ook die prins op zijn stalen ros een kinderstoeltje bleek te hebben, stond ze voor de keuze: maken dat ze wegkwam, of toch maar lang en gelukkig leven met man én zoon.
Met behulp van gedragstherapeut Erik Franck ontdekte ze dat je de perikelen der plusouderschap ook positief kan aanpakken. Samen schreven ze ‘Nooit meer stiefmoeder’, een handleiding voor plusouders waarin Tatyana en Erik tonen hoe ook jouw plussprookje dankzij zelfkennis, goede communicatie en duidelijke afspraken een happy end kan krijgen. Met een lach en een traan, persoonlijke verhalen en hands-on advies maken ze voor eens en voor altijd komaf met het imago van de boze stiefmoeder.
Tatyana, de titel van je boek maakt het meteen duidelijk: je hebt het niet zo begrepen op de term ‘stiefmoeder’?
“In geen enkel kinderverhaaltje wordt de nieuwe vriend of vriendin gespeeld door een mooie, lieve prins of prinses die met liefde en aandacht helpt te zorgen voor de kleine helden.”
“Tik het woord maar eens in op Google. Wat je dan te zien en te lezen krijgt, is precies de reden waarom nog zoveel nieuwe partners in onze – zogenaamd moderne – maatschappij te kampen krijgen met vooroordelen. Het is waarom kinderen spontaan beginnen te janken wanneer ze het nieuwe lief van hun mama of papa moeten ontmoeten: lelijke heksen, gemene vrouwen of slechteriken met puistenkoppen uit sprookjes zoals Assepoester en Sneeuwwitje. In geen enkel kinderverhaaltje wordt de nieuwe vriend of vriendin gespeeld door een mooie, lieve prins of prinses die met liefde en aandacht helpt te zorgen voor de kleine helden.”
En als je verder zoekt naar de etymologie van het woord ‘stiefouder’, dan wordt het alleen maar erger?
“Het woord ‘stief’ had oorspronkelijk een andere vorm, namelijk ‘stiep’. Dat woord werd al gebruikt in de dertiende eeuw en was een afleiding van een oeroud woord dat ongeveer klonk als ‘steupa’. Steupa, stiep en later stief staat letterlijk voor ‘van iets beroofd, iets missend’. Met het woord stiep werd bijvoorbeeld een boom met afgehakte takken omschreven. Het beeld van een afgeknotte, van zijn takken beroofde boom stond later symbool voor gezinnen waarvan de vader of moeder overleden was en de weduwnaar of weduwe hertrouwd was. Nog later kregen alle nieuwe partners van een moeder of een vader dat vreselijke etiket opgeplakt.”
Je pleit ervoor om dat woord dus nooit meer te gebruiken?
“Inderdaad, laten we dat negatieve woord schrappen uit onze woordenschat en op zoek gaan naar een lief en positief alternatief. Ja, er is al de term ‘plusouder’, maar ook dat woord wringt nog altijd een beetje bij mij.”
Hoezo?
“Ik vind het woordje ‘plus’ wat ongelukkig gekozen, en voel ik me in termen van de wiskunde eerder een ‘minmama’, ook verdient in mijn ogen alleen een biologische (of adoptie- of pleeg-)moeder de titel ‘mama’ echt. Negen maanden lang heeft ze haar kindje gedragen. Als een leeuwin zal ze zijn hele leven over hem waken en niets zal ooit sterker zijn dan hun familieband. Ook mijn pluskind zal in mijn ogen dus voor altijd maar één mama en één papa hebben, en dat respecteer ik ten volle.”
Je pleit onder meer voor meer informatie over plusouderschap?
“In een land waar volgens de gezinsenquête van het ministerie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een op de tien gezinnen met kinderen nieuw samengesteld is en er bij twee op de tien een alleenstaande ouder aan het roer staat, lijkt me dat geen overbodige luxe.”
Meer en betere info zou plusouderschap ook bespreekbaarder maken?
“Wat op zijn beurt dan weer leidt tot minder imagoproblemen en meer begrip, vertrouwen en duidelijkheid voor iedereen. Want hoewel elke plussituatie anders is en een eenduidige doe-het-zelfhandleiding er dus niet meteen inzit, zou het al een heel pak helpen als er meer bla bla en minder boem boem zou zijn. Al was het maar opdat ik me bij de schoolpoort niet meer zou moeten afvragen of de juf wel weet wie ik ben en of de echte mama’s en papa’s het wel zouden appreciëren als ik me tussen hen zou mengen.”
Vandaag ben je plusouder, vroeger was je zelf pluskind, je spreekt dus uit ervaring?
“Dat klopt, toen ik zeven jaar oud was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn broer, zus en ik woonden grotendeels bij mijn mama, haar nieuwe vriend en zijn twee kinderen. We vormden dus een nieuw samengesteld gezin. Geen onverdeeld succes. Hoewel ik het de max vond om er nog een stiefbroer en stiefzus bij te krijgen, kon ik het helemaal niet goed vinden met mijn stiefvader. Dat bemoeilijkte ook de relatie met mijn mama. Toen zij een aantal jaren later een einde maakte aan dat huwelijk, was dat voor mij tegelijk een opluchting en een ontgoocheling.”
Die nare ervaring hield je niet tegen om op je 27ste zelf plusmama te worden?
“Achteraf bekeken was ik niet klaar om me toen als ‘plusouder’ te smijten. Mijn toenmalige vriend en ik woonden ook niet samen. Versta me niet verkeerd: ik was stapelgek op zijn kinderen en had een heel fijne band met hen, maar een echt ‘gezinnetje’ vormden we niet. Dat had verschillende oorzaken. Ik kreeg niet echt het mandaat om voor de kinderen te zorgen, maar streefde daar op dat moment in mijn leven ook niet naar. En achteraf beschouwd, schortte er ook wel wat aan de basis van onze relatie, wat natuurlijk een grote impact had.”
Toen die relatie op de klippen liep, besliste je om plusouderschap voortaan uit de weg te gaan, en zie …
“Een paar jaar later sloeg de vonk tussen mij en Konrad Widelski, mijn prins op het stalen ros, toch over. Tijd had alle wonden geheeld en negatieve ervaringen uit mijn vorige relatie waren selectief uit mijn geheugen gewist. Mijn zus trok toen aan de alarmbel en raadde me aan een vrijblijvend bezoekje aan een therapeut te brengen. En zo belandde ik een keer per maand in de praktijk van psycholoog Erik Franck.”
“Als je op lange termijn op een constructieve manier aan een succesvolle plussituatie wil bouwen, zijn zelfkennis, zelfbewustzijn en zelfcontrole de beste tools in je gereedschapskist.”
Wat maakt de aanpak van Erik zo uniek?
“In tegenstelling tot wat je zou kunnen verwachten, schuilt het antwoord niet in kant-en-klare tips om de biologische moeder of vader van je pluskind te paaien, je pluskoters met zoetigheid te vriend te houden, of alle complexe situaties die je als plusouder tegenkomt met een vingerknip op te lossen. Waar het in de praktijk van Erik wel om draait? Simpel: aan jezelf werken. Want als je op lange termijn op een constructieve manier aan een succesvolle plussituatie wil bouwen, zijn zelfkennis, zelfbewustzijn en zelfcontrole de beste tools in je gereedschapskist.”
Het lijkt een garantie op succes?
“Sorry, nope. Elke plussituatie is anders, en in sommige gevallen gaan de problemen verder dan dagelijkse perikelen. Zoveel mensen als er zijn, zoveel uitzonderingen, contexten en verschillen bestaan er immers ook. Kant-en-klaar, cut-and-dry en perfectie zijn concepten die niet bestaan als het om mensen gaat. De adviezen uit het boek zijn input, feedback en aanmoediging om net als ik wat vaker aan zelfreflectie te doen. Voor de ene biedt het misschien alle antwoorden, voor de andere kan het een eerste stap in de goede richting zijn.”
En dat investeren in jezelf heeft geloond?
“Geloof me vrij: op sommige momenten zit ik nog altijd met de handen in het haar, plusouderschap voelt soms verdomd eenzaam aan en alle therapie op de wereld kan niet meteen een antwoord bieden op de vraag: ‘Waarom moet dit nu juist mij overkomen?!’ Maar als datzelfde lieve, schattige jongetje ‘s morgens aan de rand van het bed staat, zijn tekentabletje omhooghoudt en met het liefste stemmetje aller tijden zegt: ‘TatyWaty, ik tekende acht hartjes voor jou, omdat je mijn beste vriendje bent’, weet ik weer waarom het elke dag de moeite is om te blijven streven naar een betere, constructievere en positievere versie van mezelf: voor de liefde, voor dat kereltje, voor het grote geluk.”
Nooit meer stiefmoeder van Tatyana Beloy in samenwerking met prof. dr. Erik Franck werd uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts en kost 22,99 euro.