Afbeelding
Lekker en typisch Mortsel cover

Lekker en typisch Mortsel

Culinair

Côté Sud geeft ouderwetse jenever een nieuw jasje

Al in de zestiende eeuw was er in de Lepelstraat in Mortsel-dorp herberg ‘De Roos’. In de 17de eeuw werd daar brandewijn gestookt. De straatnaam is merkwaardig. Bedoelde men met het woord lepel een molenlepel, een monsterschep of graanmaat, die bij een korenmolen gebruikt werd? De Windhoek en de Molenstraat zijn vlakbij. Dus dat is mogelijk. Lepels worden ook gebruikt bij sommige spelen, maar dat verduidelijkt weinig. Ook in verschillende steden komt de naam voor. Het meeste tot de verbeelding spreekt hierbij de straat in Antwerpen die een middeleeuwse oorsprong heeft en al in de veertiende eeuw bekend was door de hier gevestigde huizen van ontucht. In 1529 maakte het Antwerpse stadsbestuur de straat zelfs tot officiële vestigingsplaats voor de publieke vrouwen. De vrolijke, ontuchtige Lepelstraat is door velen bezongen, onder andere door Bredero en C. Huijgens. De laatstgenoemde schreef “De noble Lepel-straet, het steeghjen van der minnen, Daer niet als vreughd en woont en vriendlicke Godinnen ..."

De naam Lepelstraat kan ook verband houden met de vorm van de straat. Op de kaart ziet de straat eruit als een lepel. Mogelijk ligt deze verklaring voor Lepelstraat het meeste voor de hand. Het lepelrecht bestaat ook. Boeren moesten zo een lepel graan afstaan aan de heren met grote boerderijen en pachtgronden.

In ‘De Roos’ werd brandewijn gestookt. De naam ‘brandewijn’ is afkomstig van ‘gebrande wijn’. De Engelsen maakten er brandy van. Brandy wordt verkregen door destillatie van vloeistoffen waarin gisting is ontstaan, bijvoorbeeld wijn en moutwijn.

Mortsel kent zijn ‘gin Klein Zwitserland’, zijn ‘zoete hoekjes, koffie- en ontbijthoekjes, sneukelroutes, een schitterend theehuisje, een chocoladekunstenaar en een echt pannenkoekenhuis’ en sinds kort kent onze delicatessen- en kaaswinkel ‘Côté Sud’ een jeneverhoekje. Zin in een neut, een borrel of een hartversterking? Dan moet je bij Linda en Jan zijn.

De hartversterkers van Jan en Linda

De Roos was gevestigd aan de Lepelstraat 13 (Jaarboek, Mortselse Heemkundige Kring, 1986). Naast De Roos was er nog de Kleine Roos. In de ‘Geschiedenis van Mortsel’ beschrijft J. B. Stockmans het als een drinkhuis en op het einde van de 17de eeuw als brandewijnstokerij. In dezelfde voetnoot staat dat er nog een andere brandewijnstokerij was: De Hert in Luithagen (later het Groenhuis). De Hert brandde af in 1700. Het Groenhuis in 1879.

Het laboratorium van hertog Francesco I de Medici, 1570 door Jan
Van der Straet. Het oudste bekende schilderij van een alchemist
waarop een distilleerkolf te zien is.

De verwentoog van Linda in Côté Sud verwijst dus naar een oude traditie. Mortsel kende niet alleen brouwerijen, maar ook stokerijen. De postiljon rijdt nog altijd voor en gaat op zoek naar ambachtelijke producten met een verhaal. Je vindt ze opnieuw in onze winkelstraten.

Onze Vlaamse jenever is één van de oudste gedistilleerde dranken in Europa. Het oudste schriftelijke bewijs van een oervorm van jenever is te vinden in het boek ‘Der Naturen Bloeme’ van de Brugse monnik Jacob Van Maerlant uit 1269. Het boek werd geschreven in de volkstaal en heeft het over jeneverbessen gekookt in wijn als medicijn bij krampen en maagpijn.

De oudste vermelding van het drankje met de naam ‘jenever’ vinden we terug in het boek ‘Een Constelijck Distileerboec’ uit 1552 van de Antwerpse medicus Philippus Hermanni. Hij noemt het daar ‘Aqua Juniperi’. Voor alle duidelijkheid dit is 98 jaar eerder dan de Nederlander Franciscus Sylvius met zijn ‘Genova’!

In 1351 beschreef de Vlaming Johannes van Aalter uitvoerig hoe wijn kon gedistilleerd worden in stappen en hoe je een primitieve distilleerkolf kon dichtplakken met bloem en het wit van een ei. Kunstenaars zoals David Teniers, Jan van Eyck en Jan van der Straet toonden hun sympathie voor de alchemie en distillatie graag. De laatste was een in Brugge geboren kunstschilder die werkte in Florence voor het hof van de beroemde Medici onder het acroniem Joannes Stratensis (1523–1649). Deze kunstenaars kenden de distilleerkunst goed en beoefenden ze.

De val van Antwerpen in 1585 waarbij de Spanjaarden de Nederlandse en de Vlaamse protestanten verdreven, is voor onze jeneverdrinkers één grote ramp. De protestanten vluchtten voor de helft naar het noorden en namen hun jenever mee. Uit Engeland werden er troepen gestuurd om de protestanten tegen de Spanjaarden te helpen strijden, tevergeefs. Zo leerden de Engelsen onze jenever kennen en noemden het ‘Dutch Courage’. Je moest inderdaad moed (red. ‘courage’) hebben om tegen de Spanjaarden te vechten. Eens terug in Engeland maakten ze met kruiden onze jenever na en noemden hem ‘gin’, het ingekorte, Franse ‘genièvre’. In de Verenigde Staten sprak men in de 19de eeuw trouwens over jenever als ‘Holland Gin’.

MWHT

Bronnen

  • Jaarboek Mortselse Heemkundige Kring, 1986
  • J. B. Stockmans, ‘De geschiedenis van Mortsel’, voetnoot blz. 33
  • Stokerij VdS bv, Lion d’Orweg 19 9300 AALST
  • Bruno Gastmans, voorzitter MHK

Foto’s

  • Lepelstraat © MHK
  • Côté Sud, het jeneverhoekje van Mortsel, © R. Mullens
  • Het laboratorium van hertog Francesco I de Medici, Wikipedia

Dirk Brentjens

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding