Afbeelding

Annemie Struyf

Interviews

Helden zijn vrouwen en mannen met een passie. Een passie voor sport, ondernemen, reizen, literatuur, muziek, wetenschap, design, … ‘Mensen zijn Media’ wil Vlamingen inspireren en de mens achter de bekendheid tonen. Daarom komt in deze rubriek elke keer een held aan het woord.

Annemie Struyf is journaliste, tv-maker en moeder van vijf kinderen. Zij publiceerde ophefmakende reportages en sleepte op die manier heel wat prijzen in de wacht. Zij schreef al heel wat bestsellers die de Vlaamse boeken top tiens beheersten. Ook in de tv-wereld leidt haar journalistieke talent tot hooggewaardeerde en veelbesproken reportages zoals de reeksen ‘In Godsnaam’, ‘Via Annemie’ en ‘La Vie en Rose’ op één. Dromen we allemaal niet eens van een andere manier van leven en werken? Annemie trok een jaar naar Frankrijk om Vlamingen op te zoeken die hun Franse droom achterna gingen. Zelf had zij ook een missie.
Hoe kwam je op het idee om naar Frankrijk te trekken? “Mijn leven was te vol geworden, te druk, te hectisch. Mijn wiel draaide steeds sneller. Zoals die ton op het speelplein uit mijn kindertijd. Je begon te stappen in die gigantische, houten ton. Ja, het lukte, het ding kwam in beweging. Er kwam ritme in, het stappen ging geweldig. Sneller en sneller, tot je begon te rennen. Heel hard, tot de ton zo snel draaide dat je gewoon tegen de vlakte ging.”
Deed je je werk dan niet meer graag? “Toch wel, maar de ballast, alles wat erbij kwam, dat werd me plots te veel. Ik liep op tegen de files, de vergaderingen – meetings of overlegsessies heet dat nu – de eindeloze stroom mails, het tijdverlies. Ik wilde gewoon mijn werk doen, maar die hele rompslomp wilde ik er niet meer bij. Ook de plichtplegingen werd ik stilaan zó beu. De aanvragen voor interviews: stuur je ons je favoriete boeken, je toprecepten, je geheime uitwaaiplekken? Wie bewonder je het meeste? Nog liever: aan wie erger je je het meeste? Feestje hier, presentatie daar. Mijn agenda stond altijd propvol. Mijn dag was van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat gevuld met van alles en nog wat.”
De mediawereld is daarenboven ook een harde wereld ... “Ik was die negativiteit ook meer dan beu. De snoeiharde concurrentie, de afgunst en het geroddel en daarbovenop: de aanzwellende stroom van onheilstijdingen. De donkere negativiteit in de berichtgeving: terreur, angst, geweld. Intussen vielen overal rondom mij slachtoffers van die nieuwe ziekte: burn-out. Te snel gelopen, te hard gefietst, te weinig stilgestaan.”
De houten ton wierp jou uiteindelijk ook tegen de vlakte? “Het gebeurde op een zonnige zomerdag. De totale kramp. Ik was thuisgekomen na een week reportage in het casino van Oostende. Een week lang had ik een nachtleven geleid. Het resultaat: een heuse jetlag. Ik kon de slaap niet meer vatten. Wakker liggen, urenlang. Piekeren. Kortom, ik kreeg die jetlag niet verwerkt. Erger nog, ik werd ook letterlijk ziek met koorts, spier- en gewrichtspijnen. Dus ging ik naar de dokter – een nieuwe, een jonge vrouw die zich om de hoek had gevestigd – die een bloedafname voorstelde. Dat vond ik een goed idee. Ze vroeg mij om een week later nog eens langs te komen om de resultaten te bespreken.”
De dokter had aanvankelijk slecht nieuws voor jou? “Achteraf bleek het allemaal geweldig goed mee te vallen. Na een grote golf van ongerustheid bleek al snel dat er iets was misgelopen met het bloedstaal. Het was gewoon te lang in de warmte van een brievenbus blijven liggen, en dus niet op tijd in de koelkast geraakt. Een tweede bloedstaal bracht al snel de totale geruststelling.”
Die ervaring stemde je toch tot nadenken? “Onbewust en razendsnel was ik de dingen op een rijtje beginnen te zetten en voor het eerst in die twintig hectische mediajaren begon ik de rekensom te maken. Hoeveel verjaardagen van mijn kinderen had ik gemist door mijn werk (buitenlandse reportages)? Hoeveel familiefeesten, huwelijken (zelfs van mijn allerliefste vrienden), begrafenissen (idem) had ik gemist? Op hoeveel gezinsvakanties was ik te laat gearriveerd, of moest ik te vroeg vertrekken? Hoeveel oudercontacten op school had ik gemist? Op hoeveel schoolfeesten, proclamaties, diploma-uitreikingen was ik er niet bij geweest? Gelukkig was één heilig principe altijd overeind gebleven: home for Christmas. Met kerst zijn we er allemaal.”
Stilaan ontstond het idee over een nieuw project in Frankrijk? “Voor een nieuw tv-project wilde ik mijn eigen droom realiseren en daarbij, zwervend van de ene plek naar de andere, mensen ontmoeten en verhalen vertellen van allerlei ‘mededromers-vluchtelingen’ die, elk op hun eigen manier, voor korte of langere tijd uit de ratrace stappen. Tegelijkertijd wou ik mijn ervaringen in een boek gieten, samen met de levensverhalen van de mensen van wie ik het pad kruiste.”

Je bleef dus aan het werk? “Zeker weten, ik wilde ook werken: schrijven en televisie maken, maar wél op een andere manier. Geen meetings meer. Geen vaste redactie, zelfs geen werkplek meer op de VRT. Gewoon zo klein en flexibel mogelijk. Samen met cameravrouw-regisseur Kristel ter plekke alles zelf doen: research én productie én opname. In Frankrijk zelf de verhalen sprokkelen en tijdens de draaiperiodes - met klankman of -vrouw erbij - rondzwerven met de camper. Blijven slapen waar het ons uitkwam, op een camping of bij de mensen thuis.”
Bleven jullie een jaar aan een stuk in Frankrijk? “Neen, zij - Kristel en de klankman of -vrouw – al zeker niet, dat was ook nooit hun plan geweest. Ik ook niet, al was het ooit misschien wel een beetje mijn plan. Ze kwamen wel, mijn kinderen en familie. Tijdens de schoolvakanties stonden ze daar en genoten ze mee van het Franse leven. Als ze weer naar huis vertrokken, ging ik opnieuw aan het werk, maar nog geen week later stond ik toch ook weer thuis, want ik kon hen niet missen, en zij mij ook niet. Ik begon gewoon heen en weer te pendelen. Periodes thuis én in Frankrijk wisselden elkaar soepel af. Mijn vader was ziek en moe, duidelijk aan het einde van zijn krachten. Ook hem kon ik niet missen, en hij mij evenmin. Dus bleef ik over en weer gaan en combineerde ik het beste van twee werelden.”
In dat jaar moest je uiteindelijk definitief afscheid nemen van je vader. “Mijn vader ging steeds verder achteruit en stierf in juni op een manier die ik nog altijd te gruwelijk vind voor woorden en na 32 jaar huwelijk gingen mijn man en ik uit elkaar. Ook voor dat verlies heb ik nog steeds geen taal. Door al dat verdriet heen bracht Frankrijk rust en beschutting. Frankrijk was nu eens mijn vluchtheuvel, dan weer mijn plek van troost.”
Wat heeft dat jaar je uiteindelijk geleerd? “Dat het onzin is je droom achterna te hollen, dat het belangrijker is hem eerst te onderzoeken. Dat je vooruit moet kijken, maar soms ook achterom. Dat liefde de sleutel is. Dat stilte veel wijsheid bevat. Dat de natuur geneest. Dat zuurstof belangrijk is. Dat een mens zijn eenzaamheid moet durven te omarmen. Dat het leven een zucht is. Dat er troost bestaat en schoonheid en beschutting. Dat de ratrace geen heil brengt, enzovoort, enzovoort. Waaraan ik mij ook gelaafd heb, is de vriendelijkheid van de mensen op het platteland. De hele dag gaat het van ‘bonjour, bonsoir, et bonne nuit. Bonne continuation. A la prochaine. Bonne journée’. Daarvan kunnen wij in Vlaanderen nog iets leren!”
 
Tekst: TV - Mensen zijn Media
Afbeelding