Afbeelding
In Mortsel en Hove dansen nog steeds de reuzen

In Mortsel en Hove dansen nog steeds de reuzen

cultuur

Wie kent in Vlaanderen het reuzenlied niet? “Als de grote klokke luidt, de klokke luidt, de reuze komt uit. Keere weerom, reuske, reuske, keere weerom, reuzegom. Al die daar zeidt: de reus die kom, de reus die kom, zij liegen daarom. Keere weerom, reuske, reuske, keere weerom, reuzegom.” Waarom moet de reus zich omkeren? Waarom is hij zo gram, zo boos? Moeder moet de pot op het vuur zetten, een boterham snijden en van het beste bier tappen, want een reus moeten we te vriend houden.

Het reuzenlied is als een oorwurm duidelijk herkenbaar. De herhaling van bepaalde versregels maakt het lied mooier. De tekst en de melodie van dit Vlaamse reuzenlied komt uit de tweede helft van de 19de eeuw en legt onmiddellijk een band met Frans-Vlaanderen (De Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France, 1856 en uit J. F. Willems, Oude Vlaamsche Liederen, 1848).

Reuzen blijven tot de verbeelding spreken. Ze duiken op in talrijke volksverhalen en sprookjes. Goliath wordt door David verslagen. Atlas draagt de wereld op zijn schouders. Christus wordt gedragen door de heilige Christoffel. Op veel afbeeldingen staat Christoffel inderdaad in een rivier met op zijn schouders een kind, de ‘westerse’ interpretatie van de grote vriendelijke reus.

Reuzen belichamen universele thema’s zoals angst, macht, religie en cultuur. Ze maken deel uit van onze feest- en volkscultuur. De oudste Belgische reuzen zijn al honderden jaren oud. Zo dateren het Ros Beiaard van Dendermonde en Gouyasse (Goliath) van Ath al uit de late 15de eeuw en de reus van Mechelen uit 1492 vormt samen met de reuzin uit 1549, grootvader uit 1600 en de reuzenkinderen Janneke, Mieke en Claesje (Klaasje) uit 1618 de oudste voltallige reuzenfamilie van België.

Reuzen dansen, ze stappen niet. Ze huppelen en draaien rond hun as. Trommelaars zorgen voor de cadans. In Borgerhout dansen dwergreuzen op het ritme van een 17de-eeuws Frans menuet. Pijnders of reuzendragers nemen een centrale plaats in. Zij dragen immers de kennis en de kunde over het dragen van en het dansen met reuzen over aan nieuwe leden. Het pijndersambacht stamt uit de 14de eeuw. Pijnders hadden het monopolie over het lossen en laden van schepen en het kelderen van wijn en bier.

Reuzen wonen in het Scheldebekken (Mandel, Leie, Deule, Zenne, Schelde ...). Oorspronkelijk waren het vorsten of heren die tussen het riet in versterkingen woonden en de streek controleerden. Ze inden tol op de waterwegen. Soms keerden ze terug, maar uiteindelijk zochten ze via het noorden hun plaats tot in Kiev en Constantinopel.

In Mortsel en Hove verwijzen de reuzen naar dorpsfiguren. Peer de Garde was de zesde veldwachter van Hove en staat geboekstaafd als Petrus Marie Van Clapdurp. Het gemeentebestuur stelde hem op 12 oktober 1884 aan als veldwachter. Zijn kostuum bestond uit een ‘frack’ of ‘tunique’, een ‘overfrack’ of ‘kapot’, een kepie en een broek. Peer was een rijzig man met een streng gelaat en begon zijn loopbaan in de tijd dat de tegenstelling tussen katholieken en liberalen in Hove naar zijn hoogtepunt evolueerde. Op de kermisdag van 28 juni 1885 verordende burgemeester Jos Coveliers dat de katholieke fanfare Sint-Laureys mocht optreden van 11 tot 13 uur, terwijl de liberale fanfare De Eendracht dat mocht op de maandag daaropvolgend. Deze laatste verscheen ’s zondags ook op het appel en zo bliezen er twee fanfares tegen elkaar op. Peer moest toen op bevel van de burgemeester de 36 leden van de liberale fanfare verbaliseren.

Het reuzenlied gaat over een oncomfortabele gastvrijheid en de spanning voor wat het volk te wachten staat en of het ‘weergeld’ moet betalen aan de reuze, rus of Viking. De tekst begint met de beschrijving van de spanning of de reuzen (weer)komen of niet en of het volk zal moeten liegen of niet. De tekst vervolgt met het geven van de nodige zaken en het blij zijn, wanneer de reuze genoeg heeft.

In Mortsel bakte Erik D’Haene van ‘The Chocolate Wizard’ een zoet weergeld voor Peer de Garde, een bijzonder koekje van kastanjedeeg.

Stadsspel op 26 juni

Op 26 juni organiseert ‘Mortsel weer (h)eerlijk thuis!’ een stadsspel met de reuzen van Hove en Mortsel. Peer de Garde (Hove), Gust, Jetje en Mayerke (Mortsel) zullen letterlijk nieuw leven in de brouwerij brengen. Mayerke, de kleine reus, gaat op stap in onze stad. De Mortselaar gaat op zoek naar het reusje en krijgt hiervoor een omschrijving van de locatie waar Mayerke zich verborgen houdt. We spelen dus verstoppertje met onze reus. Het stadsspel wordt gespeeld op zaterdagnamiddag (14.00h–17.00h). Heb je Mayerke gezien en een extra opdracht correct opgelost en ben je bij de 10 snelsten? Dan win je een geschenkbon! Zo gaan we op zoek naar 4 locaties in onze stad. Per locatie worden maximaal tien bonnen uitgedeeld.

Bronnen: kerknet.be, heemkundige kring De Markgraaf, reuzeninvlaanderen.be, hove.be, laaglandsinfo.jouwweb.be, Kevin Van Asch, Karnamor Mortsel

Foto’s: Carnaval in Mortsel: © MHK - koekje Peer de Garde: © F. Van Roosendael

Tekst: Dirk Brentjens

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding