Ghanese middenvelder van Kontich zag zijn identiteit gestolen, maar werd zelf gearresteerd

Nieuws

In ‘Catch Me if You Can’ van Steven Spielberg kruipt Leonardo DiCaprio in de huid van Frank Abagnale jr., een fantast die zich voordoet als copiloot, hierdoor gratis kan reizen en gedurende dertien jaar ongestraft valse cheques mag uitschrijven. Heel veel mensen die deze film zagen, konden nauwelijks geloven dat het scenario gebaseerd was op waargebeurde feiten. Ook het levensverhaal van de Ghanese voetballer Kwasi Appiah klinkt totaal ongeloofwaardig, maar is, jammer genoeg voor de betrokkene, echt gebeurd. Door omstandigheden kwam hij in ons land terecht, zijn identiteit werd gestolen, maar hij en niet de dader, werd gearresteerd waardoor hij een verdere carrière als profvoetballer mocht vergeten.

[caption id=” align=”aligncenter” width=”300”] Bron foto: www.kkontichfc.be[/caption]

‘Die man heeft heel mijn voetballeven vernield’

Kwasi Appiah, toevallig een naamgenoot, maar geen familie van de huidige Ghanese bondscoach, werd geboren op 15 november 1984. ‘Al van bij mijn geboorte werd duidelijk dat ik bezeten was door voetbal. Ik wou het koste wat het kost profvoetballer worden.’ Die liefde is nog steeds niet getemperd. Wanneer we hem spreken in zijn flat, die hij deelt met zijn vader in Borgerhout, staat het tv-toestel constant afgestemd op Sky Sports en spuwt zijn laptop tegelijkertijd voetbalberichten uit, afkomstig van een Ghanese site. ‘Ik begon mijn carrière bij de King Faisal Babies, maar vrij vlug mocht ik hogerop gaan spelen: bij Zetuna FC, een ploeg uit de hoofdstad Accra. Nu spelen ze in de tweede afdeling, maar toen ik er voetbalde, behoorden ze tot de top. Als 18-jarige centrale middenvelder veroverde ik er een basisplaats. Mijn ouders waren gescheiden, dus werden mijn zus, mijn broer en ik opgevoed door mijn grootmoeder. Ik was twintig toen zij stierf. We werden met zijn drieën op het vliegtuig gezet richting België, waar mijn vader ondertussen woonde.’

Aanmaningen in de bus

‘Lang hield ik het hier niet vol. Die voetbalmicrobe, weet je wel. Ik mocht vijf maanden meetrainen bij FC Bouwel, maar wilde spelen. Daarom trok ik, ditmaal helemaal alleen, opnieuw naar Zetuna, waar ik drie jaar volmaakte. Ik wilde naar het buitenland. Met de Seychellen en Swaziland als tussenstations, kon ik een aantrekkelijk contract ondertekenen bij een Zuid-Afrikaans team. De naam ervan mag je niet vermelden, want ik wil niet dat men er weet wat me is overkomen. Trouwens, niemand zou me geloven.’

In november 2008 kwam hij naar België voor wat een korte vakantie zou moeten worden. Zijn brievenbus puilde uit met aanmaningen. Tekst en uitleg kreeg hij van zijn vader. Die had een relatie aangeknoopt met een Ghanees meisje. Haar broer, die illegaal in ons land verbleef, was doodleuk naar de burgerlijke stand (van het district 2060) gestapt, vertelde dat zijn identiteitskaart was gestolen en dat zijn naam Kwasi Appiah was. Het onvoorstelbare gebeurde: zonder ook maar iets te controleren gaf de beambte hem een nieuwe identiteitskaart, met daarop de gegevens van de niets-wetende voetballer, inclusief zijn foto. ‘Dat is nog het meest onbegrijpelijke. Ik lijk helemaal niet op die andere persoon. Kijk, ik heb twee littekens op mijn wangen.’

‘Een dag na mijn aankomst in België stapte ik naar de politie. Ik heb heel de zaak uitgelegd en de agenten leken mijn verhaal te geloven. Eén dag later werd ik opnieuw naar het bureau gebracht, dit keer voor een confrontatie met ‘mijn andere ik’. Het was de eerste keer dat ik hem zag. Tot mijn niet geringe verbazing werd niet hij, maar ik, gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Merksplas.’

Contractbreuk

‘Ik wist niet wat me overkwam, zat 23 op 24 uur eenzaam in mijn cel na te denken, te piekeren. Na één week kreeg ik bezoek van de onderzoekers. Wat ik dan te horen kreeg, kon ik opnieuw niet vatten. Men gaf toe dat ik vrijuit ging, maar omdat het onderzoek nog niet was afgesloten, hield men mij in de gevangenis. Ik werd gek. Als niet-veroordeelde mag je niks in de gevangenis. Je kan er zelfs niet werken. Dagelijks keek ik uit naar dat ene uurtje waarop ik, samen met de andere gedetineerden, gelucht werd. Alleen aan hen kon ik mijn verhaal kwijt. Eén van de andere gevangenen gaf me het adres van zijn advocaat, Bruno Soenen. Gelukkig maar, want anders had ik misschien maanden in Merksplas doorgebracht. Na één maand en drie dagen kreeg hij me vrij. Op een ochtend kwam een cipier me vertellen dat ik naar buiten mocht. ’s Middags stond ik daar in de Kempense bossen, op zoek naar een bus richting Antwerpen.’

‘Ik was dan wel vrij maar mijn voetballoopbaan lag aan diggelen. De Zuid-Afrikaanse club had me ontslagen. Contractbreuk, zegden ze. Ik durfde ze niet te vertellen dat ik niet was komen opdagen omdat ik een maand onschuldig in de gevangenis had gezeten.’

‘Aan mijn Ghanese manager vroeg ik om zo vlug mogelijk een andere buitenlandse club te zoeken voor mij, want ik wilde weg uit België. Ik kon terecht bij een vooraanstaande eersteklasser uit Cyprus. Opnieuw: geen naam publiceren a.u.b., want ook daar kennen ze mijn ware story niet. Ik dacht dat de hel definitief achter mij lag, maar niets was minder waar. De ‘andere’ Appiah liep nog steeds op vrije voeten rond en er ging bijna geen week voorbij of hij werd gearresteerd (en onmiddellijk weer vrijgelaten). Telkens hij was opgepakt, moest ik vanuit Cyprus naar België terugkeren om te bewijzen dat ik niks met de zaak te maken had. Eén keer kreeg ik op een week tijd tweemaal telefoon van de politie. De ene keer had men hem gevat met marihuana, een paar dagen later had hij zich laten opnemen in een ziekenhuis en was hij opgestapt zonder de rekening te betalen. De politie raadde me aan om niet langer naar het buitenland te gaan. Gelukkig had ik bij de Cypriotische club geen verbintenis ondertekend, want anders zou men mij opnieuw hebben kunnen beschuldigen van contractbreuk.’

Meer dan 50.000 euro schulden

‘Uiteindelijk werd de echte dader dan toch opgepakt en recent veroordeeld tot 13 maanden cel. Een lachertje als je weet wat hij me allemaal heeft aangedaan. Met mijn voetbalcarrière ging het ook al de verkeerde kant uit. Twee jaar geleden speelde ik gedurende een half seizoen voor Tubantia Borgerhout. Ik werd er weggehaald door Kontich, maar vorig seizoen kwam ik nauwelijks aan spelen toe door een hardnekkige blessure, die ik opliep net voor ik voor Kapellen zou tekenen. Ik heb aan Kontich beloofd dat ik hen dit jaar naar de titel (en dus eerste provinciale) zal leiden, maar wil nadien opnieuw hogerop. Ik heb een nieuwe manager en weet nu al zeker dat ik volgend seizoen bij een Griekse topclub aan de slag kan, al heb ik nog niets getekend, want ik hou alle opties open.’

‘Ondertussen probeer ik me niet druk te maken over de aanmaningen die nog steeds in de brievenbus belanden. Ik weet niet hoeveel schulden de valse Kwasi Appiah heeft gemaakt, maar het is alvast meer dan 50.000 euro. Kijk hier maar: ik moet zogezegd 25.000 euro terugbetalen aan de VDAB en dit zijn achterstallige verzekeringspremies bij Ethias. Uiteraard heb ik al geprobeerd om hier onderuit te komen, maar men vertelde me dat ik naar elke firma moet toestappen en telkens opnieuw mijn verhaal uit de doeken moet doen. Gelukkig zijn mijn dagen goedgevuld. Ik ben arbeider bij de stad Antwerpen en denk voor het overige alleen maar aan voetbal. Niemand die dat van mij kan afnemen.’

EM