Afbeelding
Etiquette

Etiquette

column

Mijn vader tilde even zijn hoed op, wanneer hij voorbijgangers begroette. Op school kreeg mijn moeder les in etiquette. Het was een vak. Urenlang kon ze vertellen over de imposante mademoiselle Dupont, die groepen bijna volwassen meisjes aansprak met “dames” en hen introduceerde in wellevendheid en goede manieren. Hoe men zich diende te kleden, hoe men diende te eten, hoe men elkaar diende toe te spreken, kortom: hoe men zich moest gedragen in het bijzijn van welopgevoede burgers. Een dame volgde heel andere regels dan een heer. Na de onconventionele middeleeuwen, achtte de zonnekoning Lodewijk XIV de tijd rijp om aan het Franse hof codes en ceremonieën te ontwikkelen die de Europese high society zouden sturen in zijn omgangsvormen. Ook aan het 19de-eeuwse victoriaanse hof werd de etiquette een vaste component in het dagelijkse leven. Ze was vooral gebaseerd op de heersende gedachte dat dames kwetsbaar en delicaat waren en konden rekenen op de bescherming van de man.

Etiquette is een sociaal concept. Wie helemaal alleen rondfladdert in zijn boshut, is alles toegestaan. Daar is niemand die zich ergert, of hoeft gerespecteerd te worden. Precies daarom is het allemaal fout gelopen. Door de intrede van het neoliberalisme na de Tweede Wereldoorlog, werd niet alleen de vrijemarkteconomie, maar ook de individuele vrijheid gemaximaliseerd. Ieder voor zich, ook als dat ten koste van anderen is. De klemtoon kwam te liggen op zogenaamde authenticiteit, wat vaak niet meer betekende dan als een vrijbuiter doen en laten wat men wil, zonder enige begrenzing.

Etiquette, savoir-vivre, empathie, fatsoen, wellevendheid, beleefdheid. Het ene klinkt formeel, het andere is een absoluut minimum, een cultuurdrager, een sociaal engagement, of zelfs een deugd. We hebben het niettemin over hetzelfde: het respect voor de normen en waarden. Eigenlijk staat het nergens geschreven of gedrukt, maar beantwoordt het aan een fijngevoeligheid die kenmerkend is voor een beschaafde samenleving. We hebben het dus over eenvoudige opgaven: de deur openhouden voor wie achter je komt, aansprekingsvormen, het evenwicht respecteren tijdens een gesprek, waarin je aandacht betoont voor de andere en minder jezelf etaleert. Waar halen we die regels vandaan? Slechts één bron: de opvoeding, het milieu waarin je opgroeit, niet alleen thuis, maar ook in de familie en de vriendenkring, op school. Elke vogel zingt het lied van zijn eigen nest. Vooral: het is geen trukendoos, maar een levensvisie, een savoir-vivre die joie de vivre creëert.

We kunnen een potje opzetten over wildplassen, smakken, boeren en winden laten, vloeken en schelden, luid praten. Geciviliseerd als we pogen te zijn, maken we liever kennis met statistieken van bad manners die enorm veel burgers irriteren. Je beurt niet afwachten, “voorkruipen” scoort het hoogste. Afval dumpen en hondenpoep achterlaten, worden gevolgd door bumperkleven en spugen op de grond. Verder: luide muziek op straat, hangjongeren, verplicht worden tot meeroken en luidruchtig gsm’en. U herkent ze. Op zich allemaal niet zo catastrofaal, ware het niet, dat ze royaal representatief zijn voor een eigengereide mentaliteit, die de eerbied voor anderen negeert. Niet alleen cultuurpessimisten hunkeren naar een ethisch reveil, waartoe we ook zelf kunnen bijdragen. Het is ieders verantwoordelijkheid, ongepast, hufterig gedrag af te keuren en een zekere fijnzinnige ‘beschaving’ voor te leven, inclusief bescheidenheid, excuses en dankuwels. We plukken er allemaal de vruchten van. En als u vindt dat ik zeur, zeg het dan. Beleefd.

“Hoffelijkheid is wijsheid, net zoals grofheid domheid is” (Arthur Schopenhauer)