Afbeelding
Dood

Dood

Fik blogt
De tijd is mijn moeder komen halen. Ik kan daarmee leven. Ze mocht bijna 93 worden en is zacht ingeslapen. De week nadat we op een dankbare manier afscheid hadden genomen van haar, rukt een smartelijk ongeval een jongen van amper 20 jaar weg uit ons midden. Hoewel de dood onlosmakelijk deel uitmaakt van het leven, wordt omgaan met verlies op dat moment een heel andere en loodzware opdracht. In alle culturen zoeken mensen naar manieren om met het afscheid van hun dierbaren om te gaan. Toch is en blijft de dood een groot mysterie dat vaak diepe sporen nalaat.

Wat zeggen religie en wetenschap?

Het hiernamaals, de hemel, de eeuwige jachtvelden, het nirwana, … zijn stuk voor stuk religieuze denkbeelden waarmee mensen proberen om het fenomeen dood te duiden. Dit wellicht vanuit het diepe verlangen dat het leven toch meer moet zijn dan de vaak veel te korte periode die we met onze dierbaren mogen samen zijn. Lang niet alles is gezegd, lang niet alle plannen zijn verwezenlijkt en … we beseffen plots dat onze levens zo innig verbonden zijn, dat we eigenlijk niet zonder mekaar willen verder leven.
Wetenschappers tonen aan dat energie nooit verdwijnt, maar hooguit transformeert naar een andere vorm. Daarom is het helemaal niet zo gek om aan te nemen dat alles van een overledene -behalve het levenloze lichaam- op een of andere manier voortleeft. Het is de ‘doos’ die ons verlaat, maar de energie die blijft.

Wat leert de natuur?

Naast wetenschap en religie leert ook de natuur ons dat niets verloren gaat. Bloemen, planten en bomen die hun oorspronkelijke vorm verliezen, worden mest voor andere gewassen of voedsel voor insecten. De natuur toont duidelijk aan dat het leven een cyclus is die zich alsmaar herhaalt en waarbij niets verloren gaat. Na elke zomer komt een herfst, waarbij het leven de natuur schijnbaar in de steek laat. Na iedere winter volgt echter een nieuwe lente, die de natuur telkens weer nieuw leven influistert.

De dood als tussenfase

Kortom, de dood is niet meer of niet minder dan een tussenfase in het leven. Weliswaar een tussenfase waarbij wij, mensen, soms bijzonder zwaar op de proef worden gesteld. Toch sporen zowel de natuur, de wetenschap als de religie ons aan om te blijven geloven in een leven zonder einde. Ook al kent dit leven niet langer de vorm waaraan we zo intens gehecht zijn.