Afbeelding

De symboliek van de schelp

Culinair

Wie heeft er niet als kind schelpjes geraapt op het strand? De schelp is al eeuwen het symbool voor leven, liefde en vruchtbaarheid. Venus werd geboren uit de zee, uit het schuim, geproduceerd door de genitaliën van de gecastreerde Uranus toen die in zee werden geworpen. Venus dreef aan wal op een schelp en landde in Paphos op Cyprus. Haar Griekse naam, Aphrodite, werd afgeleid uit ‘aphros’ en dat betekent schuim.

Met onze lokale vishandelaar STELOY zoeken we opnieuw de zee op. We gaan op zoek naar alikruiken, kreukels en mosselen en vinden tussen de schelpen amber of git. Amber, zeg je? Ken jij die fossiele hars niet, afkomstig van naaldbomen? Miljoenen jaren geleden droop die hars uit bomen en versteende langzaam. De steen heeft een bijzondere warmgele tot donkerrode kleur. De doorzichtige barnsteen is het mooiste.
Vind je geen amber? Schelpen zijn er echter altijd: kokkels, mosselen, strandgapers, zaagjes, nonnetjes, tepelhorens, alikruiken en wulken. Met de Dubliners trekken we naar de Antwerpsestraat en gaan op zoek naar de lokale ‘fishmonger’, onze vishandelaar. Vera Van Wichelen ruilde haar ‘wheel barrow’ (kruiwagen) voor een heuse vismobiel. In haar feestfolder vinden we gekookte kreukels of alikruiken.
De alikruik leeft in zee en is een kieuwslak. In de provincie Zeeland wordt de alikruik het meeste gevonden, verzameld en gegeten. We noemen de slak ook kreukel, karakol, alikruuk, alekreukel of krukel.
Kreukels of alikruiken eet je in Zeeland en delen van Zuid-Holland met krentenbrood, een oud traditioneel paasgerecht. Een alikruik heeft een zeer stevige, afgerond kegelvormige schelp met een spitse top. De hoogte van de schelp is ongeveer gelijk aan de breedte. De schelp is meestal bruingrijs.
De slak wordt gekookt, meestal met kruiden. Met een kromme of grote naald haal je de slakken uit het huisje, nadat het deksel of het hoedje er met de naald is afgehaald. De alikruik smaakt een beetje naar kip, met toch een herkenbare eigen zachte zilte smaak.
‘Escargot’ behoort volgens ‘van Dale’ tot onze taalschat. Natuurlijk kennen wij de wijngaardslak. Het woord ‘escargot’ hebben we geleend uit het Frans. Het Franse woord slaat terug op het Provençaalse ‘escaragol’. De oorsprong van dat woord is echter onduidelijk.
Is er een verband met het Latijnse ‘calix’ dat ‘kelk’ betekent? De vorm ‘calix’ kreeg het verkleinwoord ‘calicula’ en werd ‘caracula’. Dat woord herkennen we duidelijk in het Belgisch-Franse ‘caracole’ en het Vlaamse ‘karakol’. De karakol en de escargot zijn dus zeer nauw verwant en stammen af van hetzelfde (Latijnse) grondwoord.
Wat de verspreiding van deze woorden binnen de Brabantse dialecten betreft, stellen we vast dat vooral kreukel een zeer grote verspreiding kent als benaming voor ‘een eetbare slak’.
Schelpen en horens of slakkenhuizen worden zonder meer ‘schelpen’ genoemd. Ze vormen het uitwendige skelet van weekdieren. De schelp wordt gereedschap, ornament of sieraad. Het is een religieus symbool of betaalmiddel. In graven uit de steentijd zijn hoofdtooien en versierde kledingstukken gevonden, kettingen en armbanden, die gemaakt waren met schelpen en slakkenhuisjes.
Schelpen staan symbool voor belangrijke aspecten van het leven als geboorte, seksualiteit en dood. Schelpen en parels symboliseren de wateren en de maan. De gelijkenis van de tweekleppige schelp met de vulva speelt een grote rol in deze symboliek. Voeg daarbij dat parels groeien in schelpen, zoals het kind in de moederschoot en het wordt duidelijk waarom juist oesters worden gelijkgesteld aan het vrouwelijke geslachtsorgaan. Het oude Deense woord voor oester is ‘kudefisk’ en ‘kude’ betekent vulva.
Zo komen we bij een schitterend schilderij van Jan Steen, ‘Het oesteretertje’ uit de 17de eeuw. De werken van Jan Steen zijn wereldberoemd om hun humorvolle en ironische kijk op het leven. De grootste bekendheid geniet hij om zijn komisch aandoende schilderijen met een rommelig en wild huishouden, kroegtaferelen en kwakzalvers die met medicijnen liefdesverdriet proberen te verhelpen. De Nederlandse uitdrukkingen ‘een huishouden van Jan Steen’ en ‘leven in de brouwerij brengen’ zijn aan hem ontleend.
 
Bronnen: Lien Grootvriendt, Feest, spel en vermaak in de Denderstreek, Universiteit Gent 2006-2007, blz.168
Solaas, toegepaste filosofie, de symboliek van schelpen
Tekst: Dirk Brentjens – foto’s: Wikipedia
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding