Afbeelding
De hoofdluis is niet uit te roeien

De hoofdluis is niet uit te roeien

Gelukkig gezond

Luizen vormden een van de oude Bijbelse plagen van Egypte. Vandaag zijn ze tijdens en na de grote vakantie een plaag in heel wat scholen. Hoe komt het toch dat een insectje van maar drie millimeter de mensheid al eeuwenlang hoofdbrekens bezorgt?

Zomerkampen en jeugdevenementen zijn hoogdagen voor de hoofdluis. Oorzaak: kinderen die veel meer dan anders fysiek contact met elkaar hebben. Als de hoofdharen een keer tegen elkaar komen, kan de luis overstappen van het ene naar het andere kapsel. In tegenstelling tot de iets grotere vlooien, springen luizen niet, maar klimmen ze met hun driemillimeterlijfjes van haar tot haar. Daarbij haalt de luis een snelheid van een halve centimeter per seconde. Heb je er al even bij stilgestaan hoelang een gemiddelde selfie duurt? Even poseren, de hoofden tegen elkaar en enkele keren klikken: in tien seconden is de luis vijf centimeter en mogelijk een kinderhoofd verder.

Hoofdluizen klampen zich met hun zes pootjes evengoed aan volwassen kapsels vast, dicht bij de haarwortel, waar de temperatuur warm en de bloedmaaltijd nabij is. Ik hoor soms verhalen van mensen die petroleum gebruiken om luizen te verdrijven. Levensgevaarlijk is dat, als je in de buurt van een sigaret of haardroger komt.

Een luis kan tot 48 uur buiten zijn gastheer overleven – in mutsen bijvoorbeeld -, trotseert tijdelijke vrieskoude en tot 55 graden hitte. De luis kan meezwemmen in zee of zwembad, vastgeklonken aan het haar van zijn gastheer. Het is goed om te weten dat neten (het broedsel van de hoofdluis) met een sterk klevend middel aan het haar vastzitten, in een beschermend omhulsel. Eén moederluis legt in haar dertig dagen durende leven makkelijk honderd eitjes.

Bestrijdingsmiddelen bestaan in vele vormen. In de volksmond worden olie of azijn aangeraden, maar de industrie heeft nog veel gesofisticeerdere producten. Sommige shampoos beweren ook de neten te doden. Twee weken nat kammen met een goede luizenkam is nog steeds een beproefde methode om zowel luizen als neten uit het haar te krijgen. De hoofdluis heeft voor zover bekend, geen andere habitat dan het menselijk lichaam, maar er zijn biologen die menen dat de kleerluis (die eitjes aan de kleren hecht) een andere soort is dan de hoofdluis. Als het toch éénzelfde soort zou zijn, kan de uit het haar verjaagde hoofdluis misschien wel langer overleven op kleren …

Met luizen rondlopen en niet eens weten dat ze er zijn? Het kan zeker. Heel wat mensen met hoofdluizen voelen geen jeuk en worden op die manier niet gealarmeerd. Nochtans doen de beestjes zich tot zes keer per dag tegoed aan mensenbloed. Het zijn immers niet de minibeten die jeuk veroorzaken, maar een allergische reactie op die beten waarbij luizen hun speeksel in het hoofdwondje spuwen. Dat speeksel werkt stollingremmend en zorgt ervoor dat het menselijke bloedbronnetje toegankelijk blijft.

In Nederland bestaat sinds een tiental jaren de Landelijke Luizen-dag op de eerste woensdag na de voorjaarsvakantie om de mensen te sensibiliseren voor het vaak verborgen luizenprobleem. Al leidde dat daar ook niet tot het einde van de luis. Eigenlijk is het enige gegarandeerde, maar drastische middel het hoofd kaalscheren. Helemaal kaal, want zelfs in een gemillimeterde coupe kan de luis zich vastklampen.

Ook komt het fenomeen voor dat sommige mensen na een echte parasieteninfectie kampen met een denkbeeldige. Ze voelen het dus nog kriebelen als de luizen al verdwenen zijn: zij lijden aan het zogenaamde Willis-Ekbom syndroom.

Sommige wetenschappers hopen dat de hoofdluis nooit helemaal uitgeroeid wordt. Hoofdluizen hebben zo te zien geen direct nut voor de mens, maar “nuttig zijn” is een door mensen bedacht concept. Feit is dat luizen deel uitmaken van de biodiversiteit van deze planeet en dat we daarvan verre van alles kennen of begrijpen.

dr. apr. Paul Nijs