Afbeelding

“De drempel laag en de lat hoog” – Marx spookt vanaf januari in de Arenbergschouwburg

Filosofie

Stefaan Van Brabandt (bekend door onder andere Geen Probleem, Het Voordeel van de Twijfel en Alles uit de Kast) en Johan Heldenbergh (De Pijnders, The Broken Circle Breakdown, De Helaasheid der Dingen) werken voor het eerst en eindelijk samen aan een nieuw project. Meer bepaald aan de theatermonoloog MARX. Na de alom bejubelde monoloog SOCRATES die werd gespeeld door Bruno Vanden Broecke, is MARX de opvolger in de reeks filosofenmonologen van theatermaker en filosoof Stefaan Van Brabandt en Het Zuidelijk Toneel. De voorstelling gaat op 16 en 17 januari in première in de Arenbergschouwburg in Antwerpen en gaat daarna op tournee doorheen Vlaanderen. In 2018 is het 200 jaar geleden dat MARX geboren werd, een ideaal moment dus om hem te laten terugkijken op zijn eigen leven. Een rol vertolkt door Johan Heldenbergh. Mensen zijn Media had de kans om beide heren aan de tand te voelen over MARX.

Na Socrates is dit de tweede theatermonoloog die handelt over een filosoof. Waarom juist Marx?

Stefaan - Oorspronkelijk stond Marx verder op m’n lijstje van filosofen waar ik mee aan de slag wou. Ik heb hem uiteindelijk naar voren geschoven omdat ik het idee heb dat de tijdsgeest op dit moment meer nood heeft aan Marx dan bijvoorbeeld een Kierkegaard. Ik voelde heel sterk dat het tijd was om hem aan het woord te laten. Wegens zijn sociale, politieke en economische ideeën. Het is een heel gecontesteerde figuur in de geschiedenis, zeker als je kijkt naar wat er geworden is van zijn gedachtegoed. Waar komt bijvoorbeeld dat ‘verwrongen idee’ van de persoon Marx vandaan?

Gezien Marx en Socrates compleet verschillende filosofen zijn, benader je zo’n stuk dan op een compleet andere manier of vertrek je toch vanuit dezelfde werkwijze?

Stefaan - Ik werk steeds op dezelfde manier. Ik begin vanuit een zeer uitgebreide studie, waarin ik zoveel mogelijk over de filosoof in me opneem. Daarna filter ik dat en voeg ik er mijn eigen elementen aan toe. Voor zover we daar een kijk op hebben, probeer ik wel steeds het temperament van de persoon, de essentie als het ware, te vatten in de opbouw van de monoloog. De bedoeling is om uiteindelijk drie dingen mee te geven: een denkervaring, een monografie, de krachtlijnen van iemand zijn leven en denken als het ware en een tragikomisch toneelstuk. Ik bedoel daarmee geen billenkletser of zo. Maar ik wil wel iets pretentieloos brengen. De drempel laag en de lat hoog (lacht). Je neemt je publiek wel serieus, maar het blijft toegankelijk voor iedereen. Ik hou niet zo van het ‘heilige, grootse, sacrale theater’, het mag in het hier en nu gebeuren. Een levendige voorstelling.



Johan, voor jou is het even geleden dat je effectief op de bühne stond. Je bent de laatste jaren vooral actief geweest in de film- en televisiewereld. Is terugkomen naar theater iets waar je terug aan moet wennen of komt dit heel natuurlijk?

Johan - Ik zou daarvoor eigenlijk even een metafoor willen gebruiken. Stel, je bent babysit van een kind van iemand anders, terwijl je eigen kind op kamp is met de jeugdbeweging. Ga je dan een overgangsperiode nodig hebben als je eigen kind thuiskomt? (Knikt nee.) Theater is mijn passie, mijn beroep. Ik beschouw het als mijn eigen wereld. En heel deze ervaring is zo’n feest van herkenning. Het is echt alsof mijn kind weer verschijnt na enkele jaren op kamp te zijn geweest (lacht). Ik heb het door en door gemist en ik barst van ‘de goesting’ om hiermee te starten. Zowel de mooie kanten alsook de twijfels en het denken tijdens het proces: het voelt allemaal aan alsof er een kraantje wordt opengezet, waaruit alleen nog creativiteit stroomt.

Is theater voor jou dan ook iets waarin je creatiever jezelf kan uiten dan in het medium film?

Johan - Voor mezelf? Absoluut. Film is opdagen en je tekst kennen. Steeds vertrekkende vanuit een ontzettend goede voorbereiding. Je komt in een dialoog terecht, oog in oog met een andere acteur, waar je meestal niet eens samen mee gerepeteerd hebt en twee uur later ‘staat het erop’. Elke scène moet je dus honderd keer hebben doorgemaakt in je hoofd, op elke mogelijke manier die je je kan indenken, of je bent niet in staat om ‘vrij’ te spelen. Theater is het omgekeerde. In theater moet je vrij zijn van bij het begin. Een uitvoerige repetitie kan die vrijheid zelfs kapotmaken. Het is echt compleet anders en dat maakt het ook interessant. Film is een fabriek en theater is je eigen winkeltje (lacht).

Vind je het fijn als acteur om in monoloogvorm te werken?

Johan - Ik vind het geweldig om een monoloog te doen. Niet alleen door de zeer rechtstreekse interactie die je met het publiek hebt, maar ook omdat ikzelf heel vaak in monoloogvorm schrijf. Je leert zoveel uit het spelen van een monoloog. Ik zou elke beginnende of gevorderde acteur die nog nooit een monoloog heeft gedaan aansporen om het gewoon te doen. Als je honderd keer op jezelf een stuk brengt, kom je zoveel te weten. Over jezelf, over de taal van theater. Je wordt bijna een poppenspeler van het publiek als je het goed en gedreven brengt. Je krijgt controle over de techniek van het ontroeren, humor. Met Massis (een eigen productie van Heldenbergh uit 2003) kon ik op het einde van de reeks bij wijze van spreken met de vingers knippen en zeggen: “Lach! Zwijg! Huil!” Er is geen betere leermeester voor mij geweest om de kracht van een goede dramaturgische tekst te begrijpen.



Marx had een interessante visie, maar is niet zonder controverse, gezien zijn visie door een aantal regimes is aangehaald om verschrikkelijke wandaden te plegen. Die controverse zit ook in het stuk verwerkt?

Stefaan - Zijn droom is uitgedraaid op een nachtmerrie. Hij maakte zelf een analyse van de tijd en de politiek om van daaruit te voorspellen waartoe de geschiedenis zal leiden. Het communisme was uiteindelijk een misbegrepen variant van wat hij echt bedoelde. En ik heb dat ook gebruikt in de voorstelling. Het is absoluut geen verering van Marx geworden. We zetten hem niet op een voetstuk. Het is een mens zoals iedereen, inclusief de fouten die hij maakte. Hij zat vol paradoxen en tegenstrijdigheden zoals wij die ook bezitten. Ik denk dat we mensen zullen verrassen met de ‘rare kantjes’ van de persoon Marx.

Johan - Zelfs de schaamte en de spijt worden toegelaten. Niet alleen hoe zijn ideeën verworden zijn, maar ook hoe zijn leven uiteindelijk uitgedraaid is. Wie hij juist als mens is geweest.

Stefaan - Klopt. Marx zei zelf dat ‘het spook van het communisme waart door Europa’. De opzet van onze productie is dat Marx ondertussen overleden is, maar dat we hem toch nog eens laten rondspoken in de Arenberg en daarna in heel Vlaanderen en Nederland.

Aangezien jullie beiden ervaring hebben als theatermakers, helpt dat om elkaar te voeden in het creatieve proces?

Johan - Ik werk ontzettend graag samen met andere theatermakers. Liefst met hen zelfs. Ik cast zelf nooit op iemands uiterlijk of op de uitspraak. Nee, ik wil weten of hij of zij de kern van een verhaal en de dramaturgische uitvoering daarvan begreep en aanvoelde. En zoiets ruik je gewoon bij iemand. Ik wil mensen met een mening en Stefaan heeft dat met overvloed. Er is niets belangrijker in een samenwerking dan vertrouwen en openheid. Je moet jezelf als regisseur en acteur openstellen voor wat de andere je aanbiedt. Anders gaat het mis. Als iemand je niets aanbiedt, krijg je geen cadeaus en als je je sluit, neem je geen cadeaus in ontvangst.

Stefaan - Ik vind het ontzettend inspirerend om met Johan te werken. We geven elkaar praktisch eindeloos vertrouwen en vrijheid. En Johan is een ontzettend autonome acteur. Intelligent, gevoelig en betrokken bij het project. Los daarvan heeft hij natuurlijk een veelvoud aan charisma die je er gratis bij krijgt (lacht).

Johan Heldenbergh mijmert op het eind van het interview nog even over wat dit stuk en in het grotere geheel het gegeven theater nu juist voor hem betekent. “Het is allemaal zo ontzettend leerrijk. Ik hoop dat ik ooit op een punt aankom dat ik kan zeggen: en nu heb ik veel geleerd. Maar ik ben er nog niet. Zelfs op m’n vijftigste en met de ervaring die ik door de jaren heb opgedaan, is er nog zoveel nieuws dat ik wil ontdekken. En ik vind het zo ongelooflijk fijn dat ik met MARX nog maar eens de kans krijg om nieuwe inzichten op te doen.”

Kunst houdt eeuwig jong. Niemand is te jong of te oud om zich mee te laten slepen door goed theater. Wij raden iedereen dan ook aan om zichzelf onder te dompelen in de wereld van Marx. Het zal ongetwijfeld spoken van magie in de Arenbergschouwburg.

MARX loopt vanaf 16 januari 2018. Kaarten zijn te verkrijgen via www.arenbergschouwburg.be of telefonisch op het nummer 03 202 46 46

Miel Van Bavel

 
Stefaan Van Brabandt
Johan Heldenbergh