Afbeelding
Da’s ’t Manneke

Da’s ’t Manneke

Gewikt en gewogen

In de naoorlogse jaren behoorden De Woodpeckers - de broers Cois en Jef Cassiers - tot de meest gevraagde revueartiesten. Vooral Jef Cassiers bracht vernieuwend bekkentrekkerswerk. Zijn sketches uit die tijd zijn vandaag niet meer om aan te zien door de overdaad aan overacting. Het laat geen twijfel dat Jacques Vermeire hier zijn mosterd heeft gehaald. Jef Cassiers werd wereldberoemd in Vlaanderen toen het warenhuis Grand Bazar aan de Groenplaats reclame maakte met de slogan: Das ’t Manneke.

Jef Cassiers (1929-1987) ging solo na het overlijden van zijn broer Cois (1927-1971) en werd producer bij de BRT. Hij werd erg bekend door zijn zogenaamde quickies (korte sketches) als het mannetje met het deukhoedje en de veel te lange sjaal. Dit typetje werd zo populair dat het toenmalige bekendste grootwarenhuis in Antwerpen (Grand Bazar) – waar nu het Hilton Hotel en het Shopping Center zijn gevestigd – hem inhuurde als boegbeeld voor hun reclame, met de slogan: ‘Grand Bazar: da’s ’t Manneke’.

Toen ik voor het magazine Jet een reportage moest maken over elektriciteit, zocht ik naar een passend beeld om die reportage opvallend te illustreren. Ik contacteerde Jef Cassiers en vroeg hem of hij bereid was zich te laten fotograferen als ‘t Manneke, maar met allemaal elektrische draden rondom zijn lichaam. Jef stemde toe.

We spraken af in de bar van het toenmalige hotel Crest (nu Crowne Plaza Antwerpen). Het was bekend dat Jef op temperatuur moest komen met enkele ‘wittekes’ (jenever) en een glas bier. We bespraken het opzet van de reportage in de bar van het hotel en Jef was helemaal mee, in prima conditie. Hij vertelde honderduit over zijn avonturen met de directie van de BRT en over de tijd dat hij samen met zijn broer De Woodpeckers vormde. Na ruim een uur vertellen en lachen, vond ik dat het tijd was om in actie te schieten. Ik vroeg aan de directeur van het hotel of we ergens een plaats kregen om wat foto’s te maken: Jef omringd door alle mogelijke elektrische toestellen en draden, hoe gekker hoe liever.

De directeur werkte graag mee, maar zei: “Er is wel een probleem. Sinds vorige week zijn alle elektrische toestellen in ons hotel ingebouwd. We hebben geen losse elektrische toestellen of draden meer.”

“Geen probleem”, zei Jef , “bel maar een taxi, ik woon hier niet zover vandaan in Wilrijk. Ik zal thuis een paar elektrische toestellen gaan halen.”

Jef Ellentriek

Zo gezegd, zo gedaan. Een halfuur later kwam Jef tevoorschijn met twee koffers gevuld met elektrische toestellen en een lampenkap. Jef ging voor een neutrale muur staan, hield zoveel mogelijk van zijn toestellen in de beide handen, liet een vijftal draden over zijn lichaam draperen, zette zijn deukhoedje op en sloeg zijn drie meter lange sjaal om de hals. Het was een hilarisch beeld. De fotograaf moest herhaaldelijk opnieuw starten, omdat hij de slappe lach kreeg. Ook de omstaanders beleefden de dag van hun leven.

Na de fotoshoot wandelde Jef opnieuw naar de bar, liet opnieuw pinten en wittekes aanrukken en vertelde nieuwe verhalen over wat hij allemaal had meegemaakt als artiest in Vlaanderen.

Ik besloot er toch maar stilaan een einde aan te maken, betaalde de behoorlijk opgelopen rekening, belde een taxi en liet Jef met zijn lampenkap en twee koffers naar huis brengen.

’s Anderendaags kreeg ik het relaas over het vervolg van de avond.

Toen de taxi met Jef erin de straat waar hij woonde, indraaide, zag het daar zwart van het volk en werd de hemel gekleurd door de blauwe zwaailichten van drie politiecombi’s. Jef haastte zich naar zijn woning, in de veronderstelling dat er iets ernstigs gebeurd was. Hij trof zijn echtgenote in paniek aan. Ze zei: “Jef, ze hebben ingebroken. Ik heb geen enkel elektrisch toestel meer.”

Freddy Michiels

Afbeelding