Afbeelding
Breinweerstand

Breinweerstand

de voorstad bloeit/na-apen

Van een column als deze, gepubliceerd tussen de lentebloesems, verwacht de lezer een relaas over lammetjes in de groene wei en paaseieren op het bedauwde gazon. Tegendraads als we zijn, gooien we liever op tafel wat ons echt bezighoudt, en dat is dan nu -met zoveel excuses als de krokussen in het park- de dood. “De enige zekerheid in het leven”, hoor ik wel eens van fatalisten. Daarmee is zelfs de oudste inwoner van het land, Elisabeth De Proost, 110 en uit Anderlecht, het roerend eens. Die Indiase man uit Calcutta, met zijn 123 de oudste mens ooit, wellicht ook. Bij zijn verjaardag gaf hij een simpel advies mee: “Nooit seks, veel yoga”.

Het antropologische gegeven van de ouderdom doorkruist de eeuwen. De Bijbel maakt melding van de 969 jaar van Metusalem -al struikelde men later over een vertaalfoutje- en Mozes werd 120. Wie in 2018 geboren wordt, heeft een grote kans om 100 te worden en tegen 2060 zal de helft van de bevolking die grens halen. Het aantal eeuwelingen stijgt aanzienlijk. De club telt nu ongeveer 2000 Belgische leden. Toch staan de hongerige media nog altijd op de drempel van jarige 100-plussers, met de indiscrete vragen: “Wat is uw geheime wapen? Wat hebt u daarvoor wel of niet gedaan?” De interesse voor het pad dat leidt naar de hoge leeftijd en onsterfelijkheid loopt parallel met de wereldwijde motivatie van alchemisten om levenselixir te brouwen en zelfs doden tot leven te wekken.

Het wetenschappelijke uitgangspunt van neurofenomenoloog Yair Dor-Ziderman van de Bar Ilan universiteit in Israël is nu, dat ons brein weigert te accepteren dat we dood zullen gaan. Het levert inspanningen om te beletten dat we daarbij lang zouden blijven stilstaan. Enerzijds herkennen we, dat de dood liefst gemeden wordt in dagelijkse gesprekken en dat ze alleszins een taboe is. Anderzijds verwondert het ons, dat onze hersenen zelf het kenmerk dragen, de dood te catalogeren als ‘een fenomeen dat alleen anderen overkomt’. Een soort genetische reflex, een vlucht voor het einde. De Joodse onderzoeker interpreteert de eigenschap als een soort ‘beschutting’. Het inzicht in het onvermijdelijke van de dood, zou volgens hem ons actuele bestaan zwaar hypothekeren, terwijl onze integrale biologie is afgestemd op ‘overleven’.

Het onderzoek was gebaseerd op de monitoring van de hersenactiviteit van een groot aantal proefpersonen. Telkens werd een soort van blindheid geconstateerd, bij de confrontatie van de doodsgedachte met henzelf. Indien dit oermechanisme echt zou functioneren, beschermt het ons tegen uitzichtloos, deprimerend en onproductief getob. Het zal alleszins een hulp zijn bij het geheime wapen dat onze 7-jarige Andreas hanteert, bij zijn inspanningen om ons ‘heel lang te laten leven’. Hij serveert ons dagelijks brokjes avocado, noteert het aantal stukjes en berekent dan hoeveel jaar ‘erbij komt’ voor mama en papa. Dat het levenseinde van anderen ons meer bezighoudt dan onze eigen ondergang, klopt wel. Vergelijk uw pijnlijke onrust tijdens de fietstocht die uw kindjes maken, terwijl u angstig zit te wachten, met uw eigen overmoed op levensgevaarlijke kruispunten.

Toch wat nuchter besluiten met de vaststelling dat nooit zoveel testamenten werden geregistreerd als in 2019. Ruim 600.000 Belgen hebben een testament in de lade of bij de notaris liggen. Is dit toch wel nadenken over de dood of eerder zorgzaamheid voor het nageslacht? In elk geval word ikzelf in mijn slaap meerdere keren per nacht opgeschrikt door de gruwelijkste sterfscenario’s. Ik word dan wakker, staar oppervlakkig naar dat altijd aanwezige tv-scherm -foei- en hup de dood is weer ver weg. Toch nog even gaan kijken naar Andreas en Pieter-Jan en zacht in hun arm knijpen. Ademen ze nog? Hebben ze het niet te warm?