Afbeelding
Boekenfoyer cover

Boekenfoyer

Boekenfoyer

Met zijn boeken over de wereldoorlogen en over het bombardement op Mortsel kennen we Pieter Serrien als een van de historici die geschiedenis weer tot leven wekt. Zijn nieuw boek gaat over de geuzen in de Lage Landen tussen 1565 en 1578 en heet In Opstand!’

In opstand! Geuzen in de lage landen tussen 1565 en 1578

‘In Opstand’, van wie tegen wie, Pieter?

“We schrijven de 16de eeuw. Op dat moment zijn onze streken, de Nederlanden, een deel van het Spaanse koninkrijk. Er leven in ons katholieke land op dat moment ook heel veel protestanten. Het zijn eigenlijk zij, die in opstand komen tegen de katholieke kerk en het centrale gezag.”

De lagere adel pretendeert dat ze godsdienstvrijheid verdedigen, de belangen van het volk ook. Die zijn uiteenlopend.

“Ja, de eerste geuzen die in opstand komen, zijn inderdaad lage edelen. Je moet dat zien als de toenmalige politici. Uiteraard wilden zij godsdienstvrijheid. In eerste instantie vaak voor henzelf, maar ze wilden ook vaak de macht een beetje meer naar zichzelf toetrekken, maar ik geloof ook wel dat er heel wat geuzen waren die heel oprecht en echt bezorgd waren voor de bevolking die het heel moeilijk had.”

Er was de barre winter van 1564 met hongersnood die andere noden oversteeg.

“Het klimaat was aan het afkoelen in plaats van opwarmen zoals vandaag , er was de economische crisis, en de bevolking was eigenlijk meer en meer in het wij-zij-denken verzeild geraakt, wat we ook jammer genoeg vandaag meer en meer zien. Die geuzen brachten daar eigenlijk een soort antwoord op: We komen in opstand, het centrale, katholieke gezag is het probleem.

Aan de basis van de naam geus ligt een smeekschrift, dat van het Eedverbond der Edelen.

“Het Verbond was eigenlijk een soort politieke coalitie zou je kunnen zeggen, tussen de lage edellieden die wilden gaan voor meer verandering, voor lokaal gezag, en meer protestanten die hun geloof mochten belijden.”

De boodschap werd mee verspreid door hagenpreken, lezen we. Wat waren dat juist?

“Bij de hagen tussen de velden, buiten de stad, kwamen de protestanten, de geuzen samen, om daar illegale protestantse preken te houden. Het waren bijna godsdienstige festivals waar duizenden mensen naartoe kwamen uit nieuwsgierigheid, maar ook uit echt oprecht geloof en dat loopt ook vaak mis.”

Men zal waarschijnlijk veel moed nodig gehad hebben om op die manier te prediken.

“De meeste geuzen waren calvinistisch en het calvinisme belijden was gewoon illegaal. Mensen riskeerden soms hun leven. Het bezitten van een calvinistische tekst kon de doodstraf betekenen. Plotseling komen de hagenpreken en de illegale samenkomsten op, die worden ontzettend populair. Voor heel wat mensen is dat op dat moment een soort van bevrijding, maar het loopt volledig uit de hand: in de Westhoek is er zo’n hagenpreek die ontaardt in een beeldenstorm waarbij de calvinisten, de geuzen, de katholieke beelden en symbolen gaan vernietigen om zo de kerken te zuiveren van het katholicisme en er een calvinistische kerk van te maken. Dat verspreidt zich over de Nederlanden, waardoor natuurlijk ook heel die geuzenopstand meteen begint met een nogal agressieve bijklank. De 16de eeuw is hoe dan ook een periode van heel extreem geweld. De geuzen, gedwongen door de beeldenstorm, gaan een keuze moeten maken. Gaan ze echt blijven in opstand komen? De meesten onder hen zeggen van wel, en sluiten hun poort voor de regering. Die regering reageert bikkelhard. In eerste instantie is de bekendste edelman van het land, Willem van Oranje, nog een beetje aarzelend om de geuzen te steunen, maar als hij dan zelf ook het land moet ontvluchten uit vrees voor vervolging, omdat hij eigenlijk niet streng genoeg zou opgetreden hebben tegen de geuzen, zal hij uiteindelijk toch het land proberen te bevrijden. Zo begint wat ze later dan de Tachtigjarige oorlog noemen.”

Je hebt getuigenissen van geuzen genoteerd, hoe heb je die kunnen vinden?

“In mijn boeken over de Eerste en de Tweede Wereldoorlog heb ik ook weleens gewerkt met getuigenissen, omdat ik geloof dat ze de bouwstenen mogen zijn voor onze geschiedschrijving. In een boek over de 16de eeuw is dat een pak minder evident. Toch is het mij gelukt, want er zijn dagboeken, er zijn veel geschriften eigenlijk, die ons echt wel een inzage geven van toen. Het was heel moeilijk om de geuzen zelf aan het woord te laten, maar dat heb ik toch op verschillende manieren gedaan. Onder andere door hun brieven te ontcijferen. Zelfs door geuzenliederen mee op te nemen in het boek. In beginsel is dat natuurlijk het Wilhelmus, maar er zijn er nog veel meer.”

De 80-jarige oorlog. Beeldenstormers. Onmogelijke verzoening. Waanzinnig religieus geweld. De breuk tussen Noord en Zuid. Het waren harde tijden. Toch zongen de geuzen liederen zoals je zei. Heb je daarvan een voorbeeld?

“Als je die oude geuzenliederen probeert te reconstrueren, kom je heel snel aan een soort van bombastisch iets. Ik probeer me dan voor te stellen hoe dat vandaag zou klinken. Dan probeer ik die liederen een beetje te herschrijven. Er is zo één geuzenlied over Haarlem, een stad die bijna meer dan een half jaar lang onder een verschrikkelijke belegering lag. Het Marioepol van toen, zeg maar. Die stad probeert zich te verzetten en wil niet opgeven. Daar is ook een geuzenlied over geschreven en dat moet ongeveer, in mijn hoofd, zo zijn gegaan ...

De stad gaan wij niet opgeven, sprak die moedige geuzenluitenant, wij willen haar bewaren van ’s konings wegen en geven ons in Gods hand. Vive le geus dat blijft onze leus. Slaat op de trommele van dirredomdeus!

Twee keer dan.”

Pieter Serrien, dank voor dit gesprek en succes met je boek! ‘In Opstand, geuzen in de Lage Landen tussen 1565 en 1578’ is geschiedschrijving op zijn allerbest, heel mooi verwoord en prachtig geïllustreerd.

In Opstand Pieter Serrien Uitgeverij Horizon Hardcover 622 bladzijden EAN 978946410318

Roland Bergeys

Afbeelding