Afbeelding
Bob Morane als strip

Bob Morane als strip

Literatuur

Hebben jullie ook destijds de vele pocketboekjes rond de avonturier BOB MORANE verslonden? Was de eerste roman in 1953 nog wat onzeker, later werd het vrij snel duidelijk dat een uitstekende reeks werd neergepoot, met een sympathieke held en een intrigerend soort verhalen, vol mysterie en exotisme. De held, Bob Morane, kwam altijd in de meest levensgevaarlijke situaties terecht, maar door vernuft, handigheid, een dosis geluk en goede vrienden, wist hij zich ook telkens uit die hachelijke toestanden te redden en de boosdoeners te (laten) straffen. Twee factoren lagen aan de basis van dit succes. Er was het talent van de schrijver HENRI VERNES (°1918), die meer dan 200 Bob Moraneverhalen schreef, een geboren verteller van simpele verhalen, badend in een sfeer van avontuur, reizen, ontdekkingen, sciencefiction, fenomenale schoften en nog meer lokkend fraais.

Terwijl de pockets de deur uitvlogen, is minder bekend dat Bob Morane ook als beeldverhaal her en der verscheen. Persoonlijk heb ik voor het eerst kennis kunnen maken met Vernes als stripscenarist van Bob Morane in het lijfblad van mijn moeder, Het Rijk der Vrouw!

In 1955 maakte Vernes zijn debuut als stripscenarioschrijver. De hoofdredactrice van het toen machtige familieweekblad Het Rijk der Vrouw vroeg hem een avontuurlijke strip te leveren. In dit blad werden enkele pagina’s gereserveerd voor de jongere lezers, gevuld met sprookjes, artikels en strips. Vernes leverde meteen een strip, gebaseerd op één van zijn reportageboeken voor de Marabout-Juniorpockets, (De beklimming van de Everest, nrs. 507-546, 1955). Voor de tekeningen had hij de jonge Dino Attanasio (°1925) onder de arm genomen. Die tekende immers de illustraties bij de boeken van de Marabout-Juniorpockets.

Dino Attanasio, ook werkend voor het weekblad Kuifje,en bekend om zijn Spaghetti-strip, later ook Ton en Tinneke, trok zich behoorlijk uit de slag als tekenaar van meer realistisch getekende avonturenverhalen. Het werd een langdurige associatie want na de Evereststrip verscheen een tweede verhaal over Facett, een overlevende van het wilde woud (nrs. 596 tot 634 in 1956-1957).

Een derde verhaal naar de historische figuur Sir Francis Drake door de minderbekende striptekenaar Jacques Devaux (1921-1980) verscheen in de nummers 664 tot 690 in 1958.

Toen men bij Het Rijk der Vrouw aandrong op een heuse avonturenstrip besloot Henri Vernes om zijn Bob Morane als stripfiguur te laten opdraven en werd Attanasio, die Morane al zo vaak gestalte had gegeven in de pockets, nogmaals voor de kar gespannen. In nummer 733 van 21 mei 1959 demarreerde Bob Morane met De Vuurvogel een lange stripcarrière.

Dino Attanasio tekende VIJF Bob Morane-strips in Het Rijk der Vrouw, van 1959 tot en met mei 1962. Een aantal van die verhalen verscheen ook in het Nederlandse weekblad Panorama.

Attanasio werd als tekenaar opgevolgd door Gerard Forton (°1931), die we van diverse strips kennen uit het weekblad Robbedoes (Kim Devil op scenario van J. M. Charlier en Alain Cardan op tekst van Delporte). Forton zou VEERTIEN avonturen van Bob Morane tekenen, negen voor Het Rijk der Vrouw (tussen 1962 en 1967), eentje voor Het Laatste Nieuws (1963) en vier voor het Franse stripblad Pilote (1965-1967).

Uitgever Gérard gaf van 1960 tot 1964 zeven van deze strips in album uit. Weinig vertrouwd met deze markt hield hij het snel voor bekeken, nogal vreemd als men bedenkt dat deze stripversie van de populaire Bob Morane toch zorgde voor uitbreiding van roem en lezerspubliek. Werden er vijf Attanasio-strips in album gebracht, dan verschenen er van de Fortonversie slechts twee albums bij Gérard.

Feit is dat de publicatie van Bob Morane in Pilote, vanaf 1965 en in de versie van Forton, parallel liep met de publicaties in Het Rijk der Vrouw (zij het met andere verhalen). Aangezien het genre van deze strip was hij absoluut op zijn plaats in dit toen succesvolle jeugdblad. Zeker omdat Vernes daarin bovendien Bob Morane als vervolgverhalen bracht, terwijl de strip in Het Rijk der Vrouw meer als een buitenbeetje kon worden beschouwd, maar de redactie van dit achtenswaardige damesblad (dank je, mama) vond het blijkbaar volkomen verantwoord om hiermee het potentieel aan jonge, mannelijke lezers te paaien.

De bekende tekenaar William Vance (1935-2018), die zijn loopbaan gedwarsboomd zag door de ziekte van Parkinson, voltooide een Bob Moranestrip in 1967, alweer in Het Rijk der Vrouw. In totaal tekende Vance negentien Bob Morane-strips (dertien voor Het Rijk der Vrouw, vier voor het stripblad Kuifje (tussen 1975 en 1979) en twee voor Pilote. De albumuitgave werd toen verzorgd door de uitgeverijen Lombard en Dargaud: ook Nederlandstalige uitgaven in een wirwar van titels en imprints.

In 1979 nam Félicisimo Coria (°1948) het roer over van Vance: hij was niet alleen diens assistent geweest, hij was ook zijn schoonbroer. Een verdienstelijk tekenaar, maar zonder het genie noch het talent van Vance, die van de Bob Morane-strip iets knaps had gemaakt, waarin zowel hij als Vernes alle remmen losgooiden, tot groot vermaak en bewondering van de lezer.

Net zoals niet alle romans van Bob Morane werden vertaald, werden ook niet alle strips in het Nederlands gebracht. Zo verscheen het eerste Nederlandse album, De groene terreur, pas in 1963 en het tweede, Het Zone Z Mysterie, in 1964, toen de uitgeverij Gérard nog samenwerkte met Bruna. Pas in 1972 begint Semic aan de Nederlandse uitgave van Bob Morane-strips met De gevangene van de Gele Schaduw. Na vier titels neemt Helmond het roer over, nog later worden resp. Dargaud/Oberon en Lombard/Albracht uitgevers van deze reeks.

John Rijpens