Afbeelding
Biologisch voedsel: beter?

Biologisch voedsel: beter?

Gezondheid

Biologisch eten is in opmars. Biologisch-dynamische boerderijen zijn “cool”. Vandaar de vraag: is biologisch voedsel aantoonbaar beter voor de gezondheid en voor het milieu? De wet stelt aan biologische producten slechts drie harde eisen: er mogen geen kunstmest, synthetische bestrijdingsmiddelen of genetisch gemodificeerde organismen zijn gebruikt. Voor biologisch vlees (EKO-vlees) gelden daarnaast eisen met betrekking tot huisvesting en bewegingsvrijheid van de dieren, maar “biologisch” is big business geworden en de biologische supermarkt ligt nu net zo vol met pakjes en zakjes als de gewone. Wat er verkocht wordt, voldoet aan de drie wettelijke eisen, maar die zijn onvoldoende om eten ook gezonder te maken.

Dankzij het verbod op het gebruik van kunstmest bevatten biologische groenten minder nitraat omdat kunstmest veel nitraat inhoudt, maar er zijn recente aanwijzingen dat nitraat goed is voor de bloeddruk. Daarvoor zou je dus juist gewone en geen biologische groenten moeten eten. Genetisch gemodificeerde granen, bonen, groenten en fruit zijn in de praktijk zo goed als verboden in Europa en wetenschappelijk vormen ze voor de gezondheid geen probleem. Bioboeren gebruiken vaak oude en vergeten plantenrassen. Deze bevatten inderdaad méér kwalitatieve voedingsstoffen, maar brengen minder op en vragen dus méér grond en tractorbrandstof om eenzelfde hoeveelheid voedsel te produceren. Biologische landbouw is niet automatisch duurzamer dan gewone landbouw. Wie duurzaam wil eten moet vegetarisch eten en dat is niet hetzelfde als biologisch. EKO-koeien blazen evenveel methaan-broeikasgas uit als gewone koeien. Voor het klimaat is een zak chips – plantaardig – beter dan een biologische karbonade. Ook de kaasproductie veroorzaakt nogal wat broeikasgas, of ze nu biologisch dan wel gewoon is. Dit beduidt evenwel niet dat chips en kaas gezond zijn (te veel vet en cholesterol).

Wél belangrijk is die andere mentaliteit die heerst in de biologische beweging. Mensen die zich willen inzetten voor gezonde voeding en een beter milieu, voor minder vlees, minder auto’s en meer biodiversiteit vinden elkaar in die kringen. Wil de biologische landbouw zijn invloed uitbreiden dan zal hij wel moeten inleveren. Met name is de claim onhoudbaar dat een product gezonder wordt als het biologisch is verbouwd. Het argument voor het kopen van EKO-levensmiddelen moet dan ook niet onze gezondheid zijn, maar die van onze planeet. Daarom moet het begrip “biologisch” opnieuw worden gedefinieerd, zodat het beter aansluit bij de werkelijke milieuproblemen.

De nadruk ligt nu te eenzijdig op kunstmest, bestrijdingsmiddelen en genetische modificatie. Verstandig gebruikte kunstmest is niet schadelijk, de moderne bestrijdingsmiddelen voldoen aan normen en toezicht die er vroeger niet waren en genetisch gemodificeerd voedsel wordt nu al zonder dat men het weet geconsumeerd en is wetenschappelijk gezien onschadelijk.

De werkelijke milieuproblemen zijn vlees, broeikasgasproductie (CO2 en methaan), verkwisting van natuurlijke hulpbronnen (bossen), landerosie en waterverspilling. Die tellen nu niet mee bij het toekennen van het EKO-keurmerk en dat moet veranderen. Er moeten méér en andere items komen op de EKO-fiche. Dan pas kunnen we hardmaken dat “biologisch” beter is. Voor de planeet tenminste, voor de gezondheid maakt “biologisch” of “gewoon” niet veel uit.

dr. apr. Paul Nijs