Bijna 1,2 miljoen inwoners in Vlaanderen hebben een buitenlandse herkomst

Nieuws

Vlaanderen evolueert naar een superdiverse samenleving. Niet alleen stijgt het aantal vreemdelingen en personen van buitenlandse herkomst, ook de interne verscheidenheid bij deze groepen neemt toe. De nieuwe Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2015 bundelt en duidt actuele cijfers over migratie en asiel, inburgering, sociale samenhang en de maatschappelijke positie en participatie van vreemdelingen en personen van buitenlandse herkomst in Vlaanderen.

Het aantal personen dat niet de Belgische nationaliteit heeft (vreemdelingen) en langdurig in Vlaanderen verblijft, kende de laatste tien jaar een sterke stijging (aangroei van 100.000 per 5 jaar). Begin 2015 telde Vlaanderen voor het eerst iets meer dan 500.000 vreemdelingen. Wanneer we ook de personen meetellen die in de loop der jaren Belg zijn geworden en kinderen van personen met een vreemde geboortenationaliteit, is de bevolking van buitenlandse herkomst 2,5 keer groter: 1,2 miljoen personen (of 18% van de Vlaamse bevolking) hebben een buitenlandse herkomst (in 2013). Bijna een op drie Vlaamse kinderen heeft een buitenlandse herkomst. Ook bij de leeftijdsgroepen tot 50 jaar is dit één op vijf of hoger, maar bij de 50-plussers is het aandeel van buitenlandse herkomst erg beperkt. Bij bepaalde groepen is het verschil tussen het aantal personen met een huidige vreemde nationaliteit en het aantal personen van buitenlandse herkomst opvallend groot: de bevolking met een Turkse herkomst is 6,6 keer groter dan het aantal personen met Turkse nationaliteit, bij de Maghrebijnse landen 5,8 keer. De grootste groep van buitenlandse herkomst in Vlaanderen is afkomstig uit de buurlanden (een kwart). In totaal heeft iets minder dan de helft van de Vlamingen van buitenlandse herkomst een EU-achtergrond. Vooral het aantal EU13-burgers en burgers uit de groep ‘andere landen’ (niet-Europa, niet-Turkije, niet-Maghreb), en in tweede instantie het aantal Zuid-EU15-burgers stijgt sterk.

Het aandeel personen van buitenlandse herkomst is het hoogste in de rand rond Brussel, in de grensstreek met Nederland, in de provincies Limburg en Antwerpen, in Midden-Limburg en in de regio tussen Antwerpen, Brussel en Gent. Genk is de Vlaamse stad met het hoogste aandeel personen van buitenlandse herkomst in de bevolking (55%) en is een ‘majority minority’-stad – de meerderheid van de bevolking behoort tot een minderheid. In Antwerpen is 45% van de bevolking van buitenlandse herkomst. In 2014 stroomden ongeveer 46.800 vreemdelingen in Vlaanderen in, in heel België 110.000. Het aantal immigranten in Vlaanderen kende een piek in 2011, waarna het twee jaar op rij daalde, maar nu weer iets hoger ligt dan in 2013.

Het merendeel – iets meer dan twee derde - van de immigranten die inwijken, komt uit een EU-land. De laatste jaren is de grootste groep immigranten in Vlaanderen afkomstig uit de ‘nieuwe’ (vooral Oost-Europese) lidstaten van de EU, goed voor drie op tien instromende vreemdelingen in 2014. Op de tweede plaats staat de instroom van EU-burgers uit de buurlanden (twee op tien), waarvan het merendeel uit Nederland (17%). De top 10 nationaliteiten van immigrerende vreemdelingen in Vlaanderen telt 8 EU-nationaliteiten: Nederland, Roemenië, Polen, Bulgarije, Spanje, Italië, Frankrijk, en Portugal. Alleen Marokko en India halen als niet-EU-nationaliteiten de top 10. Immigratie concentreert zich in Vlaanderen vooral in de grotere steden, met de hoogste aantallen in Antwerpen, Gent en Leuven. In verhouding tot de bevolking kenden Leuven, Baarle-Hertog en Hoogstraten de grootste instroom. EU-burgers immigreren voornamelijk in Vlaanderen om werkredenen (44%) en gezinsredenen (29%). Bij niet-EU-burgers is gezinshereniging de voornaamste reden om naar Vlaanderen te komen (58%), gevolgd door asiel (12%) en studieredenen (10%).

Sterke stijging asielzoekers in 2015

In 2014 weken bijna 16.000 vreemdelingen vanuit Vlaanderen uit naar het buitenland en nog eens bijna 15.000 werden ambtshalve uit de registers geschrapt. We kunnen spreken van een positief migratiesaldo of netto instroom van ongeveer 23.000 vreemdelingen in 2014. Dat saldo kende een piek in 2010 waarna het daalde tot 2013 en weer licht steeg in 2014. Asielzoekers worden niet meegeteld in de Vlaamse of Belgische immigratiecijfers. Zij worden pas opgenomen in de migratie- en bevolkingsstatistieken wanneer zij worden erkend als vluchteling, een subsidiair beschermingsstatuut ontvangen of een verblijfsvergunning om een andere reden. Daarom biedt de monitor ook aparte cijfers over asiel. In 2014 werden in België iets meer dan 17.200 asielaanvragen (dossiers) ingediend. Dit is een lichte stijging tegenover 2013, maar ligt duidelijk lager dan het hoogtepunt in 2000 (ca. 42.700). Het aantal asielaanvragen is in de loop van 2015 sterk gestegen, met 27.076 asielaanvragen in de eerste tien maanden van het jaar. Het aantal asielzoekers in België steeg tussen mei en september 2015 maandelijks en lag telkens beduidend hoger dan in dezelfde maand van 2014, met een piek in juli (x2 tegenover 2014), augustus en september (x3). In oktober 2015 lag het aantal iets lager dan in september. Afghanen (11%), Syriërs (11%), Irakezen (7%), Guineeërs (6%), Russen (6%), Eritreeërs (4%), Congolezen (4%), Kosovaren (3%), Albanezen (3%) en Oekraïners (3%) vormen de top tien van nationaliteiten van asielzoekers in 2014. Het aantal aanvragen van Syriërs was tot voor kort relatief beperkt, maar dat is in 2014 meer dan verdrievoudigd tegenover 2011. Uit de cijfers voor 2015 blijkt dat dit jaar Irak en Syrië de voornaamste herkomstlanden zijn (resp. 26% en 21%).

In 2014 kwamen zo’n 33.900 meerderjarige nieuwkomers in Vlaanderen in aanmerking voor inburgering. Dat aantal lag iets hoger dan in 2013, maar duidelijk lager dan in de periode 2010-2011. Het aandeel nieuwkomers uit de EU-landen stijgt opvallend (naar twee derde in 2014). Deze stijging verklaart waarom het aandeel verplichte inburgeraars is gedaald naar 15% van de doelgroep voor inburgering. Burgers uit EU-landen hebben immers wel recht om inburgering te volgen, maar zijn niet verplicht. Bij de verplichte inburgeraars tekent tussen de 90% en 95% een inburgeringscontract, maar ook rechthebbenden vinden de weg naar inburgering (21% tot 25%). In de periode 2009-2014 hebben in totaal meer dan 105.000 personen een inburgeringscontract ondertekend. In 2014 werden zo’n 14.800 inburgeringsattesten behaald, een lichte stijging tegenover voorgaande jaren. Bijna een op drie Vlamingen geeft aan een persoon van een andere herkomst of cultuur persoonlijk te kennen (afgelopen jaar minstens één keer contact). Ook de samenstelling van de buurt verschilt sterk naar woonplaats. In de grootsteden woont slechts één op tien inwoners in een buurt met bijna alleen personen van Belgische herkomst, in de centrumsteden drie op tien inwoners. Op het platteland loopt dat op tot zeven op tien inwoners.

De socio-economische positie van personen van buitenlandse herkomst is veelal minder goed dan bij personen met een Belgische herkomst, in het bijzonder voor personen afkomstig van buiten de EU, maar ook voor personen uit de Oost-EU-landen (EU12/EU13). De werkzaamheidsgraad lag volgens de gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid in 2013 bij alle niet-EU-groepen onder de 50%. De werkzaamheidsgraad van personen van Belgische herkomst ligt op 72%. Omgekeerd ligt de werkloosheidsgraad bij de personen met een Maghrebijnse herkomst (18%), Turkse herkomst (17%) en Europese niet-EU-herkomst (15%) duidelijk hoger dan bij de personen van Belgische herkomst (4%). Het aandeel werknemers in korte of onregelmatige contracten (speciaal arbeidsregime) en het aandeel loontrekkenden met een brutoloon lager dan 100 euro per dag lag in 2013 bij de personen van niet-EU-herkomst en herkomst uit nieuwe lidstaten twee tot vier keer hoger dan bij de personen van Belgische herkomst. Niet alleen de arbeidsmarkt, maar ook de schoolbanken verkleuren. In het schooljaar 2013-2014 had 20% respectievelijk 17% van de leerlingen in het gewone kleuter- en lager onderwijs een niet-Nederlandse thuistaal, in het voltijds gewone secundair onderwijs is dit 12%. Leerlingen met een vreemde nationaliteit of met een vreemde thuistaal die niet meer leerplichtig zijn, verlaten beduidend vaker het secundair onderwijs zonder diploma: 26% van de niet-leerplichtige leerlingen met een EU-nationaliteit en 46% van de niet-leerplichtige leerlingen met een niet-EU-nationaliteit, tegenover 10% van de Belgische niet-leerplichtige leerlingen.

Personen geboren buiten de EU beschikken vaker over een inkomen onder de armoededrempel, geven vaker zelf aan moeilijk rond te komen en hebben vaker problemen met de betaling van rekeningen. Het aandeel van het inkomen dat aan huisvesting wordt besteed, ligt bij personen van buiten de EU vaker te hoog. Bovendien zijn hun woningen doorgaans van slechtere kwaliteit. Het aandeel personen dat leeft in een huishouden dat medische zorg moet uitstellen om financiële redenen, ligt bijna acht keer hoger bij niet-EU burgers dan bij Belgen. Wat betreft het internetgebruik zijn het de personen van Belgische herkomst die het minste participeren.

Meer info: tel. 016 37 78 56 - sarah.vandenbroucke@kuleuven.be

EM