Afbeelding
315 180 Klokkijken

315 180 Klokkijken

De voorstad bloeit

Nu het september wordt, de negende maand in de gregoriaanse kalender en de zevende maand in het Romeinse kalenderjaar, heeft onze Andreas het helse gevecht met kloklezen bijna achter de rug. Een ingewikkeld hoofdstuk met grote en kleine wijzertjes en digitale getallen. “Een man fietst naar tante Mia, van 10.25 tot 12.05 uur. Hoe lang is de man onderweg?” En als toemaatje: “Welke afstand heeft de man dan afgelegd, indien hij 16 km per uur rijdt.” Met dit soort vraagstukken vullen we onze lagereschooltijd. Belangrijk. In elk geval werd Andreas ingewijd in de tijdschema’s die voor hem en zijn omgeving essentieel zijn. Bedtijd, lestijd, maaltijd (!), de start van zijn verjaardagfuif in Shooting Palace, wanneer de Rode Duivels spelen. Vooral de vakantie die niet genoeg uren, dagen, weken en maanden kan tellen. “Hoelang nog?” was zijn frequentste vraag in juli en augustus.

Tijdsbesef zorgt voor structuur. Het gebrek eraan is verwarrend en frustrerend. De baby wil in het holst van de nacht zijn papje en vooral: spelen met papa. Bij personen met dementie wordt dit kwetsbare en gecompliceerde hersenproces aangetast. De oriëntatie in ruimte en tijd is zoek, en ze verliezen de grip op het leven. Het drijft de familieleden tot wanhoop. Tijd verbindt zich namelijk met afspraken, gewoonten, inzichten, patronen, herkenning. Die draaien allemaal in de soep. Misschien kunnen we nog een beetje jaloers zijn op het zorgeloze, tijdloze gedrag van de schattige baby. Dementie achten we zorgwekkend. Toch lezen we met verbazing bij de spiritualist Eckhart Tolle: “Leven zonder tijd is ware vrijheid. Ieder moment kun je ervoor kiezen om het verleden en de toekomst te laten vallen. Je hebt ze niet nodig. Alle stress, angst, spijt of welke gevoelens ook ten aanzien van het verleden of de toekomst, zijn dan ook weg.”

We herkennen in vakantiefolders de aanzet tot zorgeloos, vrij leven. Alle problemen loslaten, is inderdaad het verlangen van de actieve consument. Op dat paradijselijke eiland in de Stille Oceaan of in Blankenberge mag de tijd stilstaan, permitteren we ons een heel ander gedrag en herstellen we. Daar vergeten we liefst de tijdsbalk die het grootste deel van het jaar overschaduwt, met uitlopers naar verleden en toekomst. “Herbronnen en weer tot zichzelf komen”, heet het. Het lijkt op de auto die voor een groot onderhoud aan de garagehouder wordt toevertrouwd, om de schade en de sleet van de voorbije trajecten te herstellen en hem opnieuw bedrijfszeker te maken voor de zware taken in de toekomst. Of ook de mens zo’n uitstapfase echt nodig heeft, werd nooit bewezen. De vakantie-illusie en -hunker is alleen diep ingeworteld en staat onder sociale druk.

Tolle stelt voor in “De kracht van het nu”, verleden en toekomst te dumpen, samen met alle zorgelijke gevoelens die ze met zich brengen. Komt ons verantwoordelijkheidsgevoel daartegen niet in verzet? Wat was en nog moet komen, kan niet worden weggeknipt. Toch hangt er een synthese in de lucht. September luidt -meer dan januari- een noest werkjaar in. De vakantiemaanden hebben zowat alles en iedereen geïmmobiliseerd en een nieuwe start dringt zich op. Het is nu, en ook wel straks en morgen, dat we leven. Kunnen we niet enigszins de dreigingen van het verleden en de toekomst in het ‘nu’ inpassen en relativeren? De rust, de vrijheid, het evenwicht en het vakantiegevoel van nu primeren. Dat noemt men “zelfzorgzaamheid”.

Marc van Riel

“Neem de tijd. Er is genoeg.” (Anoniem)